De filter theorie
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1334 keer
Eén van de early selection theorieën is de filter theory. De basis veronderstelling hierbij is dat informatie door het systeem komt totdat een bottleneck is bereikt. Op dat moment moet kiest de proefpersoon op basis van fysieke kenmerken welke boodschap verwerkt wordt. De persoon moest de andere informatie wegfilteren. Bij deze theorie gaan we dus uit van fysieke karakteristieken en bij de dichotic task wordt er verondersteltr dat er met twee oren geluisterd wordt, maar dat op een gegeven moment de persoon overschakelt op één oor. Berichten komen door via verschillende zenuwen en bepaalde cellen in the audtitory cortex zeggen aan welke zenuwen wij aandacht moeten schenken. Vroege auditoriele gebieden van de cortex vertonen versterking van het auditoriele signaal die van het oor komen waar de luisteraar zijn aandacht aan schenkt. Het lijkt erop dat een luisteraar het signaal kan laten versterking dat van het oor komt waar hij zijn aandacht aan schenkt.
Deze resultaten geven duidelijk aan dat mensen kunnen kiezen op basis van fysieke karakteristieken aan welke boodschappen zij hun aandacht schenken. Toch kan een boodschap ook geselecteerd worden op semantische karakteristieken. Denk aan het voorbeeld van de cocktail-party waar je naam genoemd wordt, of kijk op blz. 77 en 78 naar de illustraties van een experiment. Uit deze experimenten kwam naar voren dat men soms gebruikt maakt van de semantische karakteristieken en soms van de fysieke karakteristieken van een boodschap.
De filter theory van Broadbent veronderstelt dat we fysieke features gebruiken om een boodschap te selecteren om te verwerken, maar er is aangetoond dat proefpersonen ook in staat waren de semantische content te gebruiken.