De aanwezigheid van anderen. (collectieve processen)
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1318 keer
Collective;
Personen met gemeenschappelijke activiteiten maar met minimale directe interactie.
collectieve processen;
wat beinvloed personen wanneer zij in de aanwezigheid zijn van anderen.
Onderzoeken die de invloeden van aanwezigheid van anderen aantonen;
Eerste onderzoeks artikel: Norman Triplett (1897-1898)
prestaties wielrenners in groepen.
(social facilitation)
Gemaakt 1880 gepubliceerd 1913 Max Ringelmann
artikel over hoe mensen presteren in een groep bij simpele taken.zoals touwtrekken.
social loafing effect)
De Zajonc solution;
De aanwezigheid van anderen veroorzaakt 'opwinding' die op verschillende manieren effect kan hebben op prestaties, afhankelijk van de taak.
1) opwinding veroorzaakt door conspecifics (leden van de eigen 'soort')
2) De opwinding veroorzaakt dominant respons
3) type taak; makkelijke taak dominant respons is correct, moeilijke taak dominant respons is incorrect.
Social facilitation;
Een proces waarbij de aanwezigheid van anderen de prestaties van makkelijk taak verbetert en een moeilijke taak vermindert.
1. Goed beheerste taken gaan beter; mere presence >> verhoging arousal door aanwezigheid anderen.
2. Slecht beheerste taken gaan slechter (interference); evaluation apprehension >> mensen zijn bang voor
2 grote variriaties op Zajoncs Social facilitation theorie;
l Evaluation Apprehension Theory; Gaat er vanuit dat social facilitation alleen voorkomt wanneer het om mensen gaat die hen kunnen evalueren.
l Distraction-conflict theory; Personen worden gestimuleerd door anderen om te focussen op te taak. 'tunnel vision'. Het verschil met social facilitation is dat deze theorie niet gebaseerd is op het sociale, maar het kan ook veroorzaakt worden door objecten.
Social loafing;
De inzet van mensen wordt minder wanneer deze gestimuleerd wanneer zij in grote groepen zijn 'opgenomen'. (Onderzoek inzet bij touwtrekken) Dit kan worden tegengegaan door:
l evaluatie eigen performance
l heeft betekenis voor de persoon in kwestie
l geloof dat eigen inzet nodig is
l groep wordt gestraft voor slechte prestaties
l de groep is klein
l de groep is close (cohesive)
Collective effort model (Kurau, Williams 2001);
De theorie dat mensen meer hun best gaan doen als het belangrijk is, relevant en betekenis heeft.
Sucker effect;
Niemand wil de 'loser' zijn die al het werk doet terwijl de rest het laat afweten.
Overeenkomst social facilitation en loafing ze reageren beide op de aanwezigheid van mensen. Het verschil zit in de individu die in de spotlight staat en het groepsproduct.
De-individuatie;
Het verlies van het gevoel een individu te zijn en het aannemen van andere gedachten en gedrag. Dit wordt beïnvloed door;
1) Omgevingsfactoren; verantwoordelijkheid Hoe groter de kans is dat je geen verantwoording hoeft af te leggen hoe groter de kans op de-individuatie.
2) Intensiviteit; Een intensieve stimulatie vanuit de omgeving kan er toe leiden dat minder gevoelig voor de gevolgen wordt en dus eerder geneigd ben afwijkend gedrag te vertonen.
SIDE (Social, Identity model of Deindividuation Effects)
Door wat minder zelfbewust te worden maakt het mogelijk om meer te kijken naar wat anderen nodig hebben. Deindividuation is dus niet perse slecht.