Menu

Cognitieve theorieën over de inhoud

van denken psychotici (wanen en abnormale interpretatie hallucinaties) lijken op theorie neurotische problematiek:

  • Achtervolgingswanen, extreme pogingen bedreigde ervaringen extern te attribueren ter bescherming eigenwaarde. Volgende vertekeningen in informatieverwerking:
    • ‘stroop-taak’, vertonen attentiebias voor woorden die persoonlijke bedreiging weergeven, (doet zich niet voor bij depressieve en normale)
    • Geheugenbias persoonlijk-bedreigende informatie (depressieve en normalen niet)
    • Sterke neiging negatieve gebeurtenissen extern-persoonlijk te attribueren en positieve gebeurtenissen intern te attribueren
    • Bij meten impliciete attributies (verklaringen vragen voor gebeurtenissen met erg ambigue oorzaak) echter sterk geneigd tot interne attributies negatieve gebeurtenissen en externe attributies positieve gebeurtenissen.

2 typen theorieën psychotische stoornissen te onderscheiden:

  • Algemene stoornissen informatieverwerking, met name regulatie selectieve aandacht.
  • Inhoudelijke problematiek bij psychotisch symptoom, kwetsbare eigenwaarde.

Onderzoek naar inhoud schema’s en samenhangende informatieverwerkingsprocessen

Cognitieve therapie behandelingsvorm gebaseerd op idee dat psychopathologie voortkomt uit wijze waarop men informatie selecteert en verder verwerkt.

Therapie, manier informatieselectie en interpretatie bewust te laten worden, en deze beïnvloeden door kritische reflectie en toetsing aan empirische werkelijkheid. Met als doel verandering op niveau van schema’s.

Cognitieve therapie, vaak succesvol gecombineerd met (cognitieve) gedragstherapie. 3 factoren die hebben bijgedragen aan integratie:

  • Gebruik gedragsexperimenten in (die disfunctionele cognities veranderen) klinische praktijk. Gedragstherapeuten passen cognitieve interventies toe.
  • Fundamentele theorievorming cognitie/gedrag (in beide plaats voor gedrag/ cognitie)
  • Resultaten effectenonderzoek (1) beide gelijk effectief (2) Cognitietherapie leidt tot gedragsverandering en gedragtherapie tot cognitieverandering

Kritiek cognitieve paradigma (voorbeeld/model):

  • Nadruk op bewuste gedachten, eenzijdige nadruk op bewuste gedachten en de oorzakelijke rol hiervan in ontstaan en voortduren psychopathologische stoornissen.
    • Weerleggen kritiek; Schema’s die volgens cognitieve theorieën rol spelen in ontstaan en voortduren psychopathologie, niet perse altijd geselectederd hoeven te zijn. Namelijk latente en geselectederde schema’s. Latente schema’s geselectederd door specifieke informatie of specifieke stemming.
  • Medierende rol van cognities in ontstaan emotiesveronderstelling dat cognities aan emoties voorafgaan. Critici: (1) emotionele reacties onmiddellijk opgeroepen, zonder cognitieve mediatie (2) Cognitieve processen eerder secundair dan primair.
    • Weerleggen kritiek: invloed cognitieve processen op stoornis kan worden aangetoond door cognitieve processen tijdens stoornis te manipuleren en vaststellen welke effecten dit heeft op symptomen van die stoornis.
  • Bijdrage kenmerkende cognitieve processen aan ontstaan psychopathologiebetreft de vraag of cognitieve processen die kenmerkend zijn voor bepaalde vorm van psychopatologie, de stoornis veroorzaken of juist gevolg zijn van die stoornis en als soort symptoom kunnen worden beschouwd.
    • Weerleggen kritiek: verandering cognitieve processen (einde therapie op normaal niveau is voorspellende waarde) is essentieel voor het onmiddellijke effect en voor het langetermijneffect van behandeling. (ook biologische, psychologische en sociale processen hebben invloed)
  • Ontbreken eenduidige cognitieve theorie psychopathologie , cognitieve theorie psychopathologie kan dus nooit worden getoetst
    • Weerleggen kritiek: cognitieve opvatting verwijst naar paradigma, een wetenschappelijk programma, (niet hetzelfde als theorie) waarbinnen verschillende theorien kunnen bestaan die afzonderlijk kunnen worden getoetst

ATD Acute Tryptofaan Depletie (zorgt voor verminderde aanmaak en afgifte serontonine)

- Sombere stemming vooral bij diegene waar depressie in familie voorkomt

- Verminderde werking lange termijngeheugen (remmende invloed temporele gebieden voornamelijk hippocampus= opslag nieuwe info in LTG)

- Aandachtstaken verbeteren. Stimulerende werking frontaal-corticale gebieden

Serotine (biologische factor) heeft dus invloed op cognitieve functies. Aan depressie gerelateerde cognitieve disfuncties verdwijnen door antidepressiva (beïnvloeden serotine)

Nadruk steeds meer verschoven van bewuste cognities naar automatische onbewuste informatieverwerking.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen