Menu

Algemene kenmerken van het waarnemingsproces

  • Zintuigen passen zich aan en merken vooral veranderingen op

    = wij zijn niet in staat om op elke prikkel in te gaan, we hebben geleerd
    vooral veranderingen in het prikkelaanbod waar te nemen en er betekenis
    aan te geven.
    Bv. als je altijd dezelfde ring aanhebt dan voel je niet meer dat je die aanhebt
    maar wanneer je die dan niet aanhebt ga je dat wel voelen.
  • Er bestaat een onderdrempel vooraleer iets wordt waargenomen en een
    bovendrempel

    = om een prikkel te kunnen waarnemen moet hij een zeker intensiteit hebben
     Er bestaat een drempel absolute drempel
    Bv. musquito



    (Bv. Zien: een kaarsvlam op 40 km tijdens een donkere, heldere nacht

Horen: het getik van een horloge op 6 m in een stille omgeving

Smaak: een theelepel suiker in 10 liter water

Reuk: 1 druppeltje parfum verdeeld in een woning van drie kamers

Gevoel: 1 zandkorrel op de wang laten vallen vanaf een hoogte van 1 cm)

 Onder de absolute drempel: subliminale perceptie
(= prikkel die onder de absolute drempel liggen (Bv. vicary))

(ze lieten det beeld zien in de cinema, tijdens de film. Ze lieten het beeld zo kort zien
dat de mensen het niet beseften, maar wel zin zouden krijgen in popcorn)

  • Er bestaat een onderscheidingsdrempel tussen prikkels
     of een diffrentiële drempel

    Het is niet altijd mogelijk om het onderscheid te merken tussen twee gelijkaardige prikkels.
    Bv. probeer maar eens het verschil in gewicht te voelen tussen één pluimpje of twee pluimpjes in je handpalm.
  • Geleidelijke veranderingen worden moeizaam waargenomen
     onze zintuigen nemen een heel geleidelijke verandering niet waar.
    Bv. we merken aan de snelheidsmeter van de auto dat we de snelheid
    onbewust geleidelijk hebben opgevoerd
  • De waarneming is relatief
     De gewaarwording gebeurt altijd in vergelijking met een andere, vroegere
    gewaarwording.
    Bv. na een spelletje in de sneeuw vind je de kamertemperatuur erg warm,
    terwijl binnenblijvers zich in dezelfde ruimte met moeite kunnen
    verwarmen
  • De waarneming is selectief
     Ongeacht de aard van de binnenkomende prikkels maken wij een keuze uit
    die prikkels, daarbij spelen onze aandacht en onze behoeften een belangrijke
    rol.
    Bv. wanneer je honger hebt, zullen de winkels die eten aanbieden je opvallen.
  • De waarneming is beïnvloedbar
     Ondanks het feit dat we objectief meetbare prikkels gewaarworden, maken wij
    door het proces van verwerking van de waarneming onze eigen werkelijkheid.
    Bv. Loftus en Palmer onderzochten de betrouwbaarheid van
    getuigenverklaringen na een ongeluk.
    Ze lieten een aantal proefpersonen een film zien en splitsten hun in twee
    groepen.
    Aan groep één stelde ze de vraag: ‘Hoe snel reden de auto’s ongeveer toen
    ze tegen elkaar te pletter sloegen?’
    Aan groep twee stelde ze de vraag ‘Hoe snel reden de auto’s ongeveer toen
    ze tegen elkaar botsten?’
    Groep één schatte de snelheid gemiddeld 16 km per uur hoger in dan groep
    twee. (KENNEN)

  • De waarneming is subjectief
     De resultaten van het waarnemingsproces zijn gekenmerkt door heel wat
    subjectieve kleuring: we zien niet wat we zien.
    Bv. wie zich in een auto bevindt die snel voortbeweegt, zal je de geluiden
    van de auto accepteren, maar als je in je woonkamer tv kijkt en je hoort
    dezelfde geluiden, dan accepteer je deze niet.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen