Item gefilterd op datum: mei 2014

De prijzen kunnen op de korte termijn door bijvoorbeeld loonstarheid niet gewijzigd worden.

Het aantal keer dat het geld van hand tot hand gaat in een periode.

Op de lange termijn heeft het geld (M) geen invloed op de groei van de reële productie (Y), omdat op de lange termijn de groei van de productie bepaald wordt door de groei van de productiecapaciteit (door de groei van de productiefactoren). Dus als M stijgt, krijg je inflatie.

De hoeveelheid geld in handen van het publiek.

Mechanismen waardoor conjunctuurschommelingen automatisch worden afgezwakt, bijvoorbeeld sociale uitkeringen en progressieve belastingen.

Het grafisch verband tussen het prijspeil en de gevraagde hoeveelheid goederen en diensten.

De totale hoeveelheid goederen en diensten die consumenten, producenten en overheid willen kopen (vragen).

Het grafisch verband tussen het prijspeil en de aangeboden (geproduceerde) hoeveelheid goederen en diensten.

De totale hoeveelheid goederen en diensten die bedrijven willen produceren en verkopen.

(= krimp) Negatieve economische groei.