Waarom mag een kabel van 1,5 mm2 doorsnede beveiligd worden door een smeltveiligheid van 10 A en door een automaat van 16 A. Vanwaar dit verschil

Dit heeft alles te maken met het feit dat een automaat veel sneller zal afslaan t.o.v. een smeltveiligheid.

Een smeltveiligheid moet rekening houden met de smelttijd+dooftijd terwijl een automaat alleen maar een uitschakeltijd heeft

Smeltveiligheid(smelt+dooftijd) automaat(uitschakeltijd)

Temperatuur geeft de energie aan die in een voorwerp aanwezig is.

Temperatuur geeft de energie aan die in een voorwerp aanwezig is. De temperatuur is een maat voor de energie van de deeltjes waaruit het lichaam is opgebouwd. Hoe groter die energie, hoe hoger de temperatuur. Temperatuur wordt gemeten met een thermometer en uitgedrukt in de kelvin (K) en de graad Celsius (oC). Een thermometer meet de gemiddelde snelheid van de deeltjes.

Warmte geeft een hoeveelheid energie weer en wordt uitgedrukt in de eenheid joule (J). Die hoeveelheid energie is evenredig met de bewegingsenergie van elk deeltje en het aantal deeltjes dat beweegt.

Mottenballen, joodkristallen en sneeuw die weg vriest.

De overgang van vaste stof naar de gasvormige fase.

Bij condensatie komt warmte vrij.

De overgang van de gasvormige naar de vloeibare fase.

Er zijn vaste stoffen die gelijk overgaan in damp. Dit heet sublimeren of vervluchtigen. Het overgaan van gas naar een vaste stof heet ook condenseren. Bekende voorbeelden van sublimeren is het verwarmen van joodkristallen, naftalineballetjes (mottenballetjes) die steeds kleiner worden en sneeuw dat weg vriest. Wanneer waterdamp in de vrieslucht in de vaste fase overgaat op takken van bomen, spreken we van rijpen.

Waterdamp zelf is onzichtbaar. Wanneer dit in aanraking komt met de lucht, kan het in kleine
waterdruppeltjes veranderen. Het overgaan van de dampvormige toestand in de vloeibare toestand
heet condenseren. Voor verdampen is warmte nodig, maar bij condenseren komt warmte vrij.

Het kookpunt van de stof.