Parate-kennisvragen 12 t/m 15
12. Geef een definitie van condenseren. De overgang van de gasvormige naar de vloeibare fase.
13. Welk effect bemerkt men bij condensatie wat betreft warmteopname of –afgifte?
Bij condensatie komt warmte vrij.
14. Wat versta je onder sublimeren (vervluchtigen)? De overgang van vaste stof naar de gasvormige fase.
15. Geef enige voorbeelden van stoffen die sublimeren. Mottenballen, joodkristallen en sneeuw die weg vriest.