Oefenopgave 6
200 g van een stof A wordt boven een vlam gedurende 2 minuten verwarmd. De temperatuurstijging bedraagt 100 oC. 400 g van een andere stof B wordt boven dezelfde vlam gedurende 1 minuut verwarmd. Nu bedraagt de temperatuurstijging 10 oC. Als men van beide stoffen dezelfde massa gedurende dezelfde tijd boven dezelfde gasvlam verwarmt, hoe verhouden zich dan de temperatuurstijgingen van A naar B.
200 g van A wordt dan 400 g van A. Hierdoor doet hij 2 keer zo lang om die temperatuurstijging te bereiken. Dus dan wordt dat 100 oC stijging in 4 minuten. Om dit om te rekenen naar 1 minuut, zoals bij stof B, doen we 100 : 4 = 25 oC stijging per minuut, bij 400 g van A. A stijgt dus sneller in temperatuur dan stof B. De verhouding is dan 25:10 = 2,5:1.