Oefenopgave 10
- Gepubliceerd in Mechanica
- Lees 776 keer
De warmtecapaciteit van een ketel met toebehoren, gevuld met water, bedraagt 1.800 J K-1; zonder water 300 J K-1. Hoe groot is de warmtecapaciteit van het water?
1.800 – 300 = 1.500 J K-1 aan warmtecapaciteit van water.