Logo
Print deze pagina

Weber over calvinisme, arbeidsethos en de “geest van het kapitaisme”

Reeds bij de schepping was bepaald wie er uitverkozen was om te delen in de hemelse genade.

- De mens moest zich neerleggen bij Gods onwrikbare beslissingen.

- Leer van de tekenen: God koos die mensen waarvan hij wist dat ze een onwrikbaar geloof zouden hebben ~> aan de standvastigheid van hun geloof kon men te weten komen of men al dan niet uitverkozen was.

- Ieder mens moet zichzelf beschouwen als uitverkoren en twijfel verwerpen als duivelse influistering.

- De mens moest een werktuig zijn in Gods handen, als hij zijn taak al dan niet aankon, zou de uitverkorenheid blijken.

- Calvinisme leidt tot fanatisme.

- Men moest zonder zonden blijven.

- Hard, tot het uiterste gepland en gecontroleerd leven.

- Beroepsarbeid: alleen arbeid voorkwam zonde en twijfel en alleen in de arbeid kan de gelovige zich waarmaken als instrument van God.

- Het verrichten van arbeid was enkel goed in combinatie met een ascetische ingesteldheid.

- Calvinisme ~> ontstaan van verzakelijkte arbeidsverhoudingen: men diende God geheel op eigen krachten te zoeken ~> wilskracht  maar solidariteit 

- Er was geen plaats voor mededogen en kleine kantjes (paradoxaal karakter) ~> onverschilligheid tegenover de medemens.

- In de arbeid voor God en het eigen heil moest niets worden ontzien, niet de mens maar God moet gediend worden.

- Terwijl de calvinist zijn hele leven inrichtte volgens de eisen van de planmatige arbeid, richtte hij in feite zijn leven in volgens de eisen van de kapitalistische economie: de geest van het kapitalisme.

- Zonder religieus fanatisme had de disciplinaire arbeidsorganisatie in de fabriek nooit in die mate wortel kunnen schieten als nu het geval was.

- Geen oorzakelijk verband, wel een Wahlverwandtschaft, een affiniteit tussen beide (kapitalistische houding en protestantse levenshouding).

- Kapitaalaccumulatie door ascetische spaardwang.

- Eenmaal de kapitalistische economie goed en wel gevestigd, zou de protestantse ethiek verdwijnen (godsdienst zou op de lange duur structureel in tegenspraak kunnen komen met de rationele, methodisch-wetenschappelijke levenswijze in de kapitalistische maatschappij).

- Met de godsdienst zouden alle sporen van godsdienstigheid uit de calvinistische ethiek verdwijnen en zou enkele de zakelijke arbeidsethos overblijven.

- Kritiek

Geschiedkundigen: negatie van de bloeiende kapitalistische economieën in de katholieke landen.

Sociologen: eenzijdig idealistisch of mentalistisch verklaringsmodel

 weinig constructief, onvolledigheid

Verdediging: enorme omvang van taak.

Copyright © 2017. All rights reserved.