Moderne arbeidsethos, kapitalisme en protestantisme
- waardering voor (efficiënte) arbeid
- vanaf 16de eeuw: nieuwe arbeidsethos ~> arbeiden als een plicht, arbeid werd een doel op zich
- De mens werd meer door een innerlijke drang gedreven tot arbeid overdreven: belangrijke mate van dwang bv. landloze boeren maar de houding tegenover arbeid veranderde drastisch.
- Voor de reformatie: traditionalistische kijk op arbeid: van nature wil de mens niet steeds geld en nog meer geld verdienen; hij wil gewoon leven zoals hij altijd gewerkt had en hij wil een inkomen hebben dat hem dat mogelijk maakt zo te leven als hij altijd gedaan heeft.
- Moderne economie: arbeid wordt een beroep (roeping) ~> mede het resultaat van een langdurig opvoedingsproces.
- De religie speelde hierin een belangrijke rol: vooral de Calvinistische predestinatieleer.