Informatieverwerkingsproces
- Er zijn 2 deelprocessen:
- Perceptieproces: prikkels selecteren en interpreteren.
- Geheugenproces: tijdelijke of permanent opslaan van wat men waarneemt.
- Selectief en subjectief: selectief want er worden maar een paar prikkels waargenomen
Bv. een man en vrouw wandelen in een straatje, de vrouw ziet winkeltjes en de mannen de auto’s langs de weg.
- Wordt door 2 groepen factoren beïnvloed:
- Kenmerken vd consument: interesses, behoeften, stemmingen en gevoelens. Men gaat hierop inspelen.
- Kenmerken vd stimulus en de omgeving waarin deze stimulus aan de consument wordt aangeboden.
- Dit is belangrijk voor reclamemakers omdat ze de consument niet mogen overbeladen. Reclame moet wel aandacht trekken en men moet inspelen op de interesses van de consument.
- Stimuli uit omgeving = prikkels die we waarnemen:
- Exposure: in contact met stimuli dagelijks.
- Aandacht: kiezen uit stimuli waar hij geconfronteerd mee w interesse.
- Begrip: betekenis geven aan de prikkels.
- Retentie: onthouden en in verband brengen met bestaande kennisstructuren opslaan, onthouden.
- Wat gebeurt er als mensen informatie verwerken?
- Exposure: blootstelling aan prikkels. Niet alle prikkels waaraan je wordt blootgesteld ga je onthouden, daarvoor is er aandacht nodig. De prikkels die we onthouden gaan we een betekenis toekennen en die gaan we opslaan in ons geheugen.