Menu

Insertie afstand

bij een insertieafstand die 2x zo groot wordt, wordt de momentsarm ook 2x zo groot. De grafiek van de sarcomeerlengte zal ook 2x zo steil gaan lopen. Uit deze twee gegevens kun je vervolgens het koppel afleiden.

-Grafiek sarcomeerlengte-momentsarm: Snijden altijd bij 90º. Grotere insertieafstand: grafieken beginnen lager en eindigen hoger (lopen dus stijler

-Grafiek momentsarm-hoek: grotere insertieafstand: eerder de top, grafiek hoger.

-Arbeid is groter bij een grotere insertie-afstand omdat een grotere weg afgelegd moet
worden.

Lees meer...

Kracht, arbeid, vermogen

de kracht (F, Force) wordt berekend in Newton (N)
F = m.g
de arbeid is de kracht x de verplaatsing. Deze wordt berekend in Joule of N.m
(newton.meter) (is gelijk aan M = Moment)
W(ork) = F.s of F.s cos θ (verplaatsing tenopzichte van een hoek)

het vermogen is de kracht x de versnelling. Deze wordt berekend in Watt, J/s of Nm/s
P(ower) = F.s/t of F.v of m.a.v (a=g op aarde)
= M.θ/t = M.ω = L.ω.α

Er zijn verschillende soorten spiercontracties:

  • Isometrisch (statisch): als de tegendruk groter is dan de kracht die een spier opbrengt,
    zal de spier wel kracht leveren maar niet tot verplaatsing van het uitwendige object
    komen -> Lengte blijft gelijk.
  • Dynamische contractie: Een contractie waarbij de lengte van de spier wel verandert. Twee vormen: -Concentrisch: De lengte van de spier wordt korter.
    -Excentrisch: De spier wordt langer als gevolg van een tegenkracht.
  • Isotonisch: Als de ontwikkelde kracht gelijk blijft
  • Auxotonisch: kracht en spierlengte veranderen beiden.

Er zijn verschillende manieren waarop kracht kan worden veranderd bij de mens:
- door de plaatsing van sarcomeren
- door geometrische effecten (insertie, pennatiehoek)
- tijdelijke effecten (activatie/relaxatie, twitch/tetanus, spiervezeltypes
- externe bronnen (kracht,snelheid, vermogen)

Lees meer...

Spiercontractie (sliding filament model)

Het contractiemechanisme berust op processen die actine tussen myosine intrekken. Dit gebeurt doordat er tussen de twee typen myofilamenten in de zone van overlap dwarsverbindingen bestaan, de kruisbruggen (cross-bridges), die tijdens de contractie de actine naar het centrum van het sarcomeer trekken. Kruisbruggen ontstaan onder invloed van ATP. De maximale verkorting wordt bereikt indien de Z-membranen de uiteinden van de myosine-filamenten raken.

De kracht die de actine-myosine interactie oplevert moet worden overgedragen op de extracellulaire matrix(buitenkant van spiervezel) en op de oorsprong van de pees. Dit gebeurt doordat vezelvormige eiwitmoleculen een verbinding vormen tussen actine en sarcolemma, en vervolgens tussen het sarcolemma en de pees. Wanneer een spier in contractie is overlappen de actine-filamenten de myosine-filamenten volledig, en de toppen van de actine-filamenten beginnen elkaar ook net te overlappen. De overlap tussen actine en myosine wordt behouden door titine. Deze titine-filamenten werken als een netwerk waardoor actine en myosine bij elkaar worden gehouden en de contractie van het sarcomeer kan werken.

Sarcomeren bestaan uit een verschillende proteïnen. Deze spelen allemaal een rol bij spiercontractie. Belangrijk is het om te weten dat bij spiercontractie de myosine en actinefilamenten niet van lengte veranderen, maar in elkaar schuiven. Voor het in elkaar schuiven van myosine en actine is energie nodig. Dit wordt geleverd in de vorm van ATP. Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal Zoals je ziet in bovenstaande plaatjes zitten er op het actinefilament ook andere proteïnen. In rust blokkeert Tropomyosine dat myosinekopjes binden aan actine. Wanneer de concentratie Ca++ toeneemt door depolarisatie, bindt dit aan troponine (complex) en zorgt dit ervoor dat er een bindingsplaats vrijkomt op het actinefilament, waardoor de kop van het myosinefilament zich kan aanhechten. (een zgn. Crossbridge) Dan wordt het actine een stukje naar binnengetrokken waarna het vervolgens met behulp van ATP weer kan worden verbroken. Het in elkaar schuiven van een sarcomeer kost energie. Het relaxeren (verslappen) van een spier daarentegen kost geen energie.

Lees meer...

Van zenuw naar spier

bij alle levende cellen is er een meetbaar potentiaalverschil tussen de binnenkant en de buitenkant vn een membraan. (membraanpotentiaal). Deze is rond de -70mV. In een zenuwcel in rust is de concentratie K+ binnen de cel hoger dan buiten de cel. Voor Na+ is het andersom. Wanneer er een prikkel ontstaat, wordt de permaebiliteit van het membraan voor Na+ groter waardoor er een Na+ instroom platsvind. Het membraanpotentiaal wordt verhoogd (gaat naar nul) dus er vind depolarisatie plaats. Wanneer de drempelwaarde van -50mV wordt bereikt zorgt dit ervoor dat de K+ permaebiliteit ook wordt vergroot waardoor dit de depolarisatie weer tegengaat. Vervolgens zal een Na/K-pomp ervoor zorgen dat de rustsituatie wordt Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal hersteld. Het depolariseren kost dus geen energie, de herstelfase wel. Alleen wanneer deze drempelwaarde wordt overschreven volgt er een actiepotentiaal.

Een motor neuron en de spiervezels die deze motorneuron stimuleert noem je een motor unit. De actiepotentialen worden vanuit het ruggenmerg aangevoerd. Het actiepotentiaal wordt van de synaps overgedragen op het eindplaatje (postsynaptisch membraan) en het Sarcoplasmatisch reticulum. Dit actiepotentiaal (depolarisatie) gaat door naar de T-tibulaire systeem waar een signaal wordt afgegeven waardoor er Ca++ poorten opengaan en de Ca++ richting de myofibrillen (naar de sarcomeren) gaan. Hier zorgt het Ca2+ voor een contractie -> Excitation-contraction coupling. Bij een Twitch is dit dus heel weinig, bij een Tetanus blijft dit kanaal constant open, en blijft de spier interactie vertonen.

Lees meer...

Sarcomeren: myosine en actine

Sarcomeren bestaan uit myosinefilamenten (groen in de tekening) en actinefilamenten (blauw). Wanneer deze in elkaar schuiven is er sprake van spiercontractie.

-A-band (anisotroop = ongelijke lichtbreking in verschillende richtingen): alles waar myosine in zit. In het midden van de A-band loopt een lichtere zone, de H-zone (van helder) die door een donkere lijn, de M-lijn, in tweeen wordt gedeeld.

I-band (isotoop = gelijke lichtbreking in alle richtingen): alles waar alleen actine in zit.

Z-lijn: Donkere lijn die op de grens van de sarcomeren door de I-band loopt.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen