Jong blijven? Vernieuw je cellen!
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Lees 441 keer
Nieuwe cellen ontstaan wanneer bepaalde stoffen cellen aanzetten tot deling. De celcyclus bestaat uit 4 fasen; G1-, S-, G2,- en M-fase. Hiervan vormen de eerste 3 de interfase. De celdeling vind plaats na de M-fase. Hierbij worden grondplasma en celorganellen verdeeld. Hierna begint de celcyclus opnieuw.
Celcyclus: De periode waarin een cel ontstaat, groeit, actief is en opnieuw deelt.
G1-fase: De fase waarin de cel in omvang toeneemt, en waarin de organellen
actief zijn met het maken van stoffen die helpen bij het verdubbelen.
S-fase (synthese): De fase waarin de cel de DNA-moleculen verdubbelt
G2-fase: De fase waarin enzymen beide DNA-moleculen controleren op
kopieerfouten, en waarin de organellen verdubbelen.
M-fase (mitose): De fase waarin er 2 nieuwe kernen uit de kern ontstaan. De
chromatiden worden door eiwitdraden uit elkaar getrokken, wat
twee identieke sets van DNA-moleculen oplevert, een voor elke dochtercel.
Interfase: De G1-, S- en G2-fasen samen, waarin de genetische code af te lezen
is om stoffen te maken.
Centromeer: Het punt waar de twee identieke DNA-moleculen met elkaar
verbonden blijven tijdens de S-fase.
Chromosomen: Strengen met DNA.
Chromatiden: De identieke helften van de chromosoom.
Spoelfiguur: Het figuur dat de eiwitdraden vormen.