VredespogingenNederlanden
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 683 keer
In 1575 werd het tweede Spaanse Staatsbankroet uitgeroepen na de oorlogsvoering op twee fronten (tegen de Turken en in de Nederlanden). Daarom koos de gematigde nieuwe landvorst Requesens voor onderhandelingen met de opstandelingen, die echter op niets uitliepen door de eisen van de opstandelingen. (de eisen waren medebestuur door de Staten, vertrek van vreemde ambtenaren en soldaten en de opschorting van geloofsvervolging.)
Na het overlijden van Requesens in maart 1576, ontstond een nieuw machtsvacuüm, waarin de verschillende Staten onderlinge overeenkomsten sloten. De Staten-Generaal besloot in oktober 1576 om dezelfde eisen als tijdens de onderhandelingen te blijven stellen. Op 8 november 1576 ondertekenden de staten van Brabant, Gelre, Vlaanderen, Holland en Zeeland de Pacificatie van Gent. De oostelijke staten waren het hier niet mee eens, zij hadden immers minder te lijden onder de repressie.
De Statenvergaderingen werkten een nieuwe staatsorde uit, gebaseerd op de oude privileges en medezeggenschap van de lokale en gewestelijke vertegenwoordigers. Ook werd de vorst gebonden aan constitutionele regels, die bij niet-naleven inhielden dat de vorst afgezet kon worden door de Staten, die dan een betere opvolger zouden voorzien. Hiervoor kon men verwijzen naar de Blijde Inkomsten van Filips II en naar precedenten.