Menu

Vorstelijke Strategieën 1384-1477

Het eerste van de vier belangrijkste machtsblokken in de Nederlanden is het huis van Beieren, waarin de graafschappen Henegouwen, Holland en Zeeland en het prinsbisdom Luik verenigd waren. Op het einde van de veertiende eeuw sloten deze via een dubbelhuwelijk een dynastieke verbintenis met de Bourgondiërs. De regering van hertog Albrecht van Beieren (1358-1404) zorgde voor vrede en economische groei. Toen er opnieuw oorlogen uitbraken, zorgde dit voor een zware fiscale lasten en een kwetsbare positie voor de Nederlandse graafschappen.

Een tweede speler zijn de Bourgondische hertogen. Door het huwelijk met de Vlaamse erfprinses Margaretha van Male en de banden met het Franse koningshuis, bezat de hertog Vlaanderen, Artesië, Franche-Comté en Frans-Vlaanderen. De vraag op het einde van de veertiende eeuw was als het Bourgondische huis trouw zou blijven aan de Franse kroon, of een eigen politiek zou voeren. In het begin leunden ze eerder aan bij het ernstig verzwakte Franse koningshuis, omdat men daar meer invloed kon laten gelden.

Het derde complex is het Brabantse, waar de aanduiding van een erfgenaam door de kinderloze hertogin Johanna problematisch was. De voorkeur van Johanna voor het Bourgondische huis werd gezien als problematisch, omdat men bestuurd wou worden door een aanwezige vorst en van oudsher een deel was van het Duitse rijk en dus geen Franse sympathieën had. Later huwde de (Bourgondische) hertog van Brabant met de hertogin van Luxemburg, wat mogelijkheden bracht voor een uitgestrekt landencomplex.

Het vierde machtsblok is het hertogdom Gelre, dat vaak in conflict lag met zijn buren Holland en Brabant. Sinds 1393 vormde er zich een personele unie met het hertogdom Gulik, die ontbonden werd na het uitsterven van het geslacht. Door de zwakke integratie van het rijk en de slechte economische positie bleef Gelre zeer beïnvloedbaar door de buurlanden.

De laatste speler in de Nederlanden zijn de prinsbisdommen, die blijk gaven van een sterke territoriale expansiedrang en waarin de hoogste bestuursfuncties vaak waargenomen werden door getrouwen van de naburige vorstenhuizen.

Typisch voor de Nederlanden is ook de machtsfactor die gevormd wordt door het volk, vooral in de steden. Vaak werd de bevolking in conflict met de landsheer gesteund door rivaliserende hertogen.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen