Samenvatting Geschiedenis - Eerste Wereldoorlog / Tweede Wereldoorlog
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 2517 keer
Hoofdstuk 7: De Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918)
Het 'Duitse rijk' bestond uit 300 staatjes en steden. Napoleon ontbindt dit 'Duitse rijk' in 1806.
Vanaf
1792 - 1815 was er een reorganisatie van Napoleon, kleine vorstendommetjes werden samengevoegd tot grotere staten (een grondgebied met een eigen bestuur), en Grotere vorstendommen tot koninkrijken. Hieruit bleven 35 vorstendommetjes en 4 grote koninkrijken over deze vormde samen vanaf 1815 - 1848 de Duitse Bond. In 1815 was het Congres van Wenen, dit was de reconstructie van Europa, alle landen werden weer verdeelt. Pruisen kreeg hier het Rijnland (roergebied). Hierdoor werd Duitsland een onvoltooide natie.
In 1862 werdt Bismarck kanselier van Pruisen, hij wou Duitsland verenigen en streefde naar een eenheid. Dit deed hij door middel van oorlogvoeren: 'Blud und Eiser'. Er moesten hiervoor grote investeringen worden gepleegd in het leger: uitbreiding dienstplicjt en modernisering van wapens met behulp van de industrialisatie.
Het resulataat hiervan was dat Bismarck oorlogen ging uitlokken. In 1866 ontstond er een oorlog met
Oostenrijk omdat Duitsland één natie wou vormen en Oostenrijk hiervoor een grote concurent was. Het resultaat van deze oorlog was dat Oostenrijk uit de Duitse bond ging. Door deze overwinningen sluiten ook de overgebleven kleine staatjes zich aan bij Pruisen. Alleen een aantal Zuid-Duitste staten hadden zich nog niet aangesloten.
In 1870 volgde hierdoor de Frans-Duitse oorlog (1870 - 1871), met als doel het dwingen van de aansluiting van de Zuid-Duitse staten. Frankrijk was toen onder gezag van Napoleon III, deze was slecht voorbereid op oorlog, ook liep de mobilisatie slecht en was er geen oorlogsplan.
Fransen zaten bij de slag van Sédon in de val. De Fransen werden daar finaal in de pan gehakt, wat erg slecht was voor het Franse echo. Duitse legers trokken toen door naar Parijs. Tijdens deze reis waren er veel boze boeren die de legers aanvielen door de verbrandde oogsten (francs-tireurs; burgers die soldaten aanvallen). Hierdoor werd de wederzijdse haat groter. Parijs was langdurig omsingeld met als doel, een hongersnood te veroorzaken. Na de bezetting van Parijs, werdt in de spiegelzaal (Paleis van
Versailles) het Duitse keizerrijk uitgeroepen.
Als gevolg van de Frans-Duitse oorlog treedt Napoleon III af, wat het einde betekende voor het 2e keizerrijk (1848 - 1871) en het begin was van de 3e republiek. In 1871 was de vrede van
Frankfurt,
Frankrijk moest een herstel bedrag betalen van 5 miljard, ook moest Frankrijk afstand doen van een grondstofrijk gebied. Dit alles (Sédon, uitroeping Keizereik in het Paleis van Versailles, de bezetting van Parijs) leidde tot grote haat richting Duitsland.
Bismarck heeft zijn doelen bereikt:
• Duitsland is verenigd
• Pruisen als leidende staat, Pruisische koning is nu de Duitse keizer: Wilhelm I
In 1871 ontstond het Duitse Keizerijk, Bismarck ging zich nu meer focussen op binnenlandse politiek (eenwordingsproces, snelle industrialisatie door goede handel). Hierdoor werd Duitsland in hoog tempo een industrieël grootmacht. Hierdoor kreeg, in plaats van Frankrijk, Duitsland het grootste landmacht, echter had Groot-Brittanië nog steeds de grootste zeemacht.
Door de industriële verbeteringen waren er ook veel grondstoffen nodig, er ontstond dus een vraag naar
kolonies. Veel kolonies waren echter al in bezit.
In 1888 stierf Wilhelm I, en kort daarna zijn zoon Früdlich. Hierdoor volgde Keizer Wilhelm II hem op. Dit was een jonge man met veel ambities, hij was gehandicapt aan zijn linkerhand, maar daarvoor werd geen verschil gemaakt tijdens zijn opvoeding, hij moest wel gewoon alles doen. Hierdoor voelde hij zich beter dan de rest (overcompensatie). Willhelm II wou vanalles wat Bismarck niet verstandig vondt. Hierdoor stuurde Willhelm, Bismarck in 1890 met pensioen. Willhelm wil Duitsland ook als grootste zeemacht (Groot Brittanië die tijd). Er was echter maar een haven, wat leidde tot langzame vlootproductie. Duitsland werd nu in twee opzichten concurent van Groot Brittanië: industrieel en met vloot. Willhelm wou veel macht met legers en vloot (militairisme) en tevens was hij ook erg onvoorspelbaar. Hierdoor sloten de omliggende landen van Duitsland bondgenootschappen, onder andere Rusland, Frankrijk en Engeland (Triple Entente). Hierdoor werd Duitsland als het ware 'omsingeld' waardoor er een onderdrukt gevoel en spanningen ontstonden. Duitsland had diezelfde tijd bondgenootschappen met Italië en Oostenrijk-Hongarije (Triple Alliantie).
Duitsland werd industrieel en op het gebied van zeemacht concurrent van Groot-Brittannië. Tussen Frankrijk en Duitsland was er al een lange tijd sprake van spanningen. Frankrijk was op een beschamende manier verslagen door de Duitse legers in 1871 en had na de oorlog Elzas-
Lotharingen moeten afstaan. Sinds die oorlog was Frankrijk al bezig met de voorbereidingen van de wraak (voornamelijk de Nationalisten). Deze spanningen werden daarnaast nog vergroot door de koloniale rivaliteit tussen vooral Duitsland en Engeland & Frankrijk (imperialisme). Duitsland wilde namelijk ook koloniën, maar de koloniale grootmachten Engeland en Frankrijk wilden liever niet dat Duitsland nog meer grondgebied kreeg. Aan koloniën zaten veel voordelen gekoppeld, waardoor er een vijandige spanning ontstond. Ook doordat landen (voor eigen veiligheid) bondgenootschappen ging sluiten, en veel geld uitgaven aan de wapenwedloop en legers ontstonden er spanningen.
Op 28 juni 1914 bracht de Oostenrijkse troonopvolger Frans Ferdinand een bezoek aan Sarajevo (hoofdstad Bosnië). Tijdens een rijtoer werd Ferdinand samen met zijn vrouw doodgeschoten door een Servische nationalist. Hierdoor ontstonden er conflicten tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië. Servië was in die tijd een bondgenoot met Rusland, Rusland ging daarom over tot mobilisatie van zijn leger.
Daarna volgde bondgenoten Frankrijk en Groot-Brittannië met het mobiliseren van hun legers. Toen
Servië niet voldeed aan de eisen van het ultimatum, waarin korteweg stond dat de aanslag tot de bodem moest worden uitgezocht, begonnen de aanvallen van Oostenrijk-Hongarije. Hierna volgde in 1914 de bondgenoot van Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, die Rusland, Frankrijk en Groot-
Brittanië de oorlog verklaarde: deze ketting reactie leidde tot de eerste wereld oorlog.
Alle betrokkenen gaan enthousiast de oorlog in:
• Iedereen voelde zich overrompeld, maar de aanvankelijke schrik maakte snel plaats voor enthousiasme. Daartoe aangemoedigd door regeringsleiders en pers.
Hoe valt dit enthousiasme te verklaren:
• Nationalisme en militarisme hadden de vaderlandsliefde en de strijdlust aangewakkerd;
• Elk land was overtuigd van de eigen superioriteit. Men dacht met kerstmis weer thuis te zijn;
• Duits leger onderdrukt Belgisch verzet op wrede wijze.
De technieken van wapens (mede door de industrialisatie) waren enorm vooruit gegaan, er was een loopgraven oorlog in het Westfront, waar de aanvaller dus sterk in het nadeel aws en de oorlog in een impasse raakte (ze komen beide niet verder). Hierdoor was het een langdurige oorlog. De doorslag van de oorlog kwam dus door andere factoren (west-front):
• Britse blokkade van Duitse havens (omringd door Engelse schepen), hierdoor was er geen import meer van voedsel voor Duitsland, de bevolking merkte dit, er werd nog wel geproduceert, maar veel minder.
• Duitsers bouwen onderzeeërs om de Engelse blokkade te verbreken: dit leidde tot een onbeperkte duikboten oorlog (elke boot op internationale zee werd hier getorperdeert, er worden dus ook boten van andere landen geraakt).
• Als gevolg hierop ging de V.S. mee doen, dit was de doorbraak in krachtsverhouding. Machtsevenwicht verandert
In 1917 stuurde de VS als gevolg van de onbeperkte duikboten oorlog troepen richting Europa.
Hierdoor veranderde het machtsevenwicht enorm, en gaf dit de doorslag waardoor Duitsland verloor.
Einde van de oorlog aan het Oostfront
Aan het oostfront ging het er anders aan toen, Duitsland was goed bewapend en de Russische soldaten slecht. Hierdoor rende sommige Russische soldaten tijdens de oorlog zelfs weg (desertie drijgt).
De straf hiervoor was doodstraf, waardoor er revolutie drijgde in Rusland. Duitsland wil nog wat olie op het vuur gooien en geeft Lenin toestemming om door de front linie te reizen (hoe erg het er aan toe ging). Mede om de revolutie veilig te stellen en de grote verliezen werd eerst een wapenstilstand gehouden, die opgevolgd werd in 1918 door de vrede van Brest-Litovsk, zij moesten de Baltische landen en
Polen afstaan.
Keizerrijk valt, socialisten sluiten wapenstilstand
De legerleiding kreeg alle berichten als eerste door, Duitsland was in 1918 de oorlog aan het verliezen, en het moraal daalde. De regering en bevolking kreeg andere berichten binnen over de oorlog, de pers bleef hierdoor positief, alsof het goed ging met de Duitsers in de oorlog. Polici en regering was hierdoor hoopvol. Omdat het zo slecht ging met aan het front, besloot de legerleiding te onderhandelen, de regering en politici waren hierdoor verbijsterd. Volgens de legerleider Ludendorf moest dit gedaan worden door de regering (waardoor zei de schuld op zich zouden krijgen). Hierdoor treedt de regering af, en komt er een nieuwe centrum-linkse regering. Zij riskeerde de schuld op te vangen, maar hadden nu wel de kans om van Duitsland een volledige parlementaire democratie te maken. Duitsland wordt hierdoor (aftreding van de Keizer) een republiek. De legerleiding gaf de schuld nu ook aan de regering. Zij zouden een overwinning onmogelijk hebben gemaakt, alsof ze de oorlog niet konden verliezen.
Doordat de legerleiding aangaf dat ze de oorlog niet zouden hebben verloren als de regering de onderhandelingen niet was gestart, kreeg deze nieuwe regering de schuld van het verlies van Duitsland.
Ook wel ‘de Dolkstoot-Legende’ genoemd. De socialisten tekende in 1918 de wapenstilstand. In 1919 werd in Versailles bij Parijs de vredesconferentie gehouden. Duitsland kreeg bij dit verdrag de 'Alleinschuld' van de Eerste Wereldoorlog. Ze moesten een vredesverdrag vol strenge maatregelen ondertekenen. Er werd eerst besloten dat Duitsland een bedrag van 269 miljard goudmark moest betalen. Die later teruggevoerd werd tot 132 miljard goudmark, wat armoede als gevolg had in
Duitsland. Na de eerste wereldoorlog ging het ook slecht met de economie in alle landen, de economie had vier jaar lang in dienst gestaan van de oorlog. Overschakelen ging moeilijker dan verwacht, als reactie hierop ontstond er veel werkloosheid en armoede (voornamelijk bij de terug gekomen soldaten).
Er waren miljoenen doden (bijna allemaal millitairen) door de dienstplicht. Zij mochten zelf niet beslissen of er wel of geen oorlog gevoerd moest worden, echter werden ze wel opgeroepen als er oorlog uitbrak. Hierdoor ontstond het streven naar kiesrecht voor mannen. De vrouwen werden ingezet in de (wapen)industrie, er waren die tijd meer vrouwen dan mannen door de grote hoeveelheid doden. Hierdoor werd de maatschappij deels afhankelijk van vrouwen. De positie van de vrouwen veranderde in de samenleving, hierdoor ontstond er later ook vrouwenstemrecht. De eerste wereld oorlog heeft dus voor grote maatschappelijke veranderingen gezorgd.
Hoofdstuk 8: Duitsland 1870 - Nu
Het Duitse keizerrijk
In 1919 kreeg Duitsland een nieuwe grondwet waardoor het een democratie werd. Dit ging via het stelsel van evenredige vertegenwoordiging, dit houdt in dat het procentuele aantal stemmen gelijk staat aan het procentueel aantal zegels. Hierdoor kwamen er veel kleine partijen in de Rijksdag. Er ontstond politieke versnippering. De Weimar coalitie kreeg de meerderheid en mocht gaan besturen.
Deze coalitie bestond uit de SPD, de DDP en het Zentrum, allemaal partijen die ‘links’ dachten, maar niet de extreem linkse gedachten deelden met de communisten. In de Rijksdag en op straat was er sprake van een polarisatieproces. Links- en rechtsdenkenden kwamen tegenover elkaar te staan. Een van de problemen waarover deze mensen van mening verschilden was het wel of niet terug betalen van de herstelbetalingen aan de geallieerden. Dit betrof zo als eerder vermeld een enorm bedrag.
Ook was er sprake van een sterke inflatie, in de oorlog was veel geld bijgedrukt om wapens te financieren maar ook na de oorlog zette deze inflatie voort. De Weimar coalitie deed echter niks aan die inflatie omdat daardoor de schuld minder werd, er was meer geld. Helaas kon je in Duitsland niks met dit geld kopen, alles was ontzettend duur geworden. Pensioenen en spaarrekeningen van de burgers waren leeg en er heerste armoede. Omdat het zo slecht ging met Duitsland viel de steun voor de Weimar coalitie weg. Sommige delen van het land, zoals Beieren, wilden afhankelijk worden en er werd zelfs een staatsgreepje gepleegd in München. Bij dit staatsgreepje waren twee historische figuren betrokken: Adolf Hitler en Ludendorff. Het staatsgreepje mislukt echter en ze belanden in de gevangenis. In die gevangenis schreef Hitler het boek ‘Mein Kampf’ dat gaat over zijn politieke ideologieën en ideeën. In 1923 gingen de Fransen en de Belgen het Ruhrgebied bezetten. Ze wilden hun herstelbetalingen maar die betaalde Duitsland niet meer, dus ze besloten om zelf die betaling op te gaan halen door het grootste industriegebied van Duitsland te bezetten. De Duitse regering spoorde echter de arbeiders in dat gebied aan om niet aan het werk te gaan voor de bezetters. De lonen van deze arbeiders moesten echter wel worden doorbetaald. Dus door het gebrek aan productie en de blijvende personeelskosten was er een geld tekort. Het gevolg was dat er zo veel geld werd bijgedrukt dat er een hyperinflatie ontstond. Alles werd ongelooflijk duur in Duitsland en de burgers en de staat hadden geen geld meer. De enige oplossing was lenen van Amerika, het Dawes-plan. Hierdoor werd de geldmarkt in
Duitsland genormaliseerd. Toch ging ook dit plan fout in 1929, tijdens de Wall Street Crash. De Wall Street Crash was veroorzaakt door overproductie van de boeren in Amerika, zij exporteerde na W.O.2 veel naar het buitenland omdat de landbouw was vergaan door de oorlog. De landbouw werd steeds weer een beetje verbeterd waardoor er overproductie onstond in Amerika, ook hield de Amerikaanse Politiek weinig toezicht op de banken.
De Amerikaanse markt stortte in en de banken wilden hun leningen versneld terug van Duitsland, zo belandde ook Duitsland in een crisis (1929 - 1939) met als gevolg dat veel bedrijven failliet gingen en massale werkloosheid ontstond. De coalitieregering viel in 1930 uiteen. De partijen slaagden er in die jaren niet in de economische problemen op te lossen. Daardoor zochten veel teleurgestelden hun toevlucht tot de communisten en de steeds meer aan aanhang winnende Nationalsozialistische
Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP). In deze crisis grepen de rechtse partijen de macht met onder hen,
Adolf Hitler.
Kenmerken van het Fascisme:
• Het fascisme is negatief. Men is bijna overal tegen: antiliberaal, antidemocratisch, antiliberaal, antikapitalisme, anticlerikaal enz.
• Het belang van de eigen groep wordt vooropgesteld;
• Het fascisme is ultranationalistisch (sterk met elkaar verbonden);
• Het fascisme wil een corporatieve staat: staat waarin alles wat strijdig is met de belangen van die staat, verboden is.
• De mensen zijn niet gelijk, 'hogeren' moeten het volk leiden;
• Aan het hoofd staat één Leider;
• De fascistische partij beheerst alle uitingen van de cultuur in de staat: alle cultuuruitingen moesten de staat dienen.
• Het verstand is als basis voor het handelen minder geschikt dan het gevoel: handarbeid boeven hoofdarbeid.
• Vrouwen moeten veel kinderen voortbrengen en voor hun gezin zorgen.
Aanvullende kenmerken van het Duits fascisme
• De rassenleer: de nationaalsocialisten gingen uit van ongelijkheid van de rassen in de wereld. Te verdelen in 3 soorten rassen: a) een hoogwaardig ras waartoe het Arische ras behoorde, b) minderwaardige rassen: waartoe men de Slaven in Oost-Europa rekende en de gekleurde rassen in de wereld, c) verderfelijke rassen: daartoe werden de Joden en de zigeuners gerekend.
• Levensruimte in Oost-Europa: het veroveren van leefruimte voor het Germaanse ras. Daarvoor had Hitler Oost-Europa en Rusland op het oog.
Machtsovername (1933)
Rijkskanselier Brüning werd vervangen door de conservatief Von Papen (Deutsch-Nationale Volkspartij).
Deze liet nieuwe verkiezingen houden (juli 1932). De NSDAP behaalde 37 % van de zetels in de
Rijksdag en werd daarmee de grootste partij in de Rijksdag. Hitler eiste het
Rijkskanselierschap op. Zo ontstond het kabinet Hitler.
Communistische partij wordt uitgeschakeld
Hitler ontbond de Rijksdag en schreef opnieuw verkiezingen uit. Hij probeerde zijn aanhang met allerlei maatregelen te vergroten:
• Door middel van Terreur uit te oefenen: de SA (Sturm Abteilung), de bruinhemden sloegen bijeenkomsten van de communisten uit elkaar;
• De brand in het Rijksdaggebouw zou zijn aangestoken door de KPD en een begin zijn van een communistische staatsgreep;
• Het aannemen van een noodverordening die een einde maakte aan alle burgerrechten en gaf de politie bevoegdheden tot willekeurige arrestaties.
De nazi 's schakelden andere bronnen van verzet uit:
• De Vakbonden: Deze werden in mei 1933 opgeheven en vervangen door één nationaalsocialistische Organisatie, het Deutsche Arbeitsfront (DAF);
• De overige politieke partijen werden ontbonden. Er mocht nog maar en partij bestaan de NSDAP;
• Een deel van de SA. in de zogenaamde 'Nacht van de Lange Messen', werden overal in Duitsland hoge SA mannen door de SS gearresteerd en dezelfde nacht nog omgebracht. Als reden werd aan Hindenburg gegeven dat ze een staatsgreep voorbereid hadden. De SA mannen waren niet opgeleid, en Hitler wou opgeleide soldaten van het Arische Ras: SS. ;
• Hitler liet ook enige conservatieve leiders ombrengen;
• Het leger moest voortaan de eed op Hitler afleggen;
• Met de Kerken volgde Hitler de tactiek van de zachte lijn; hij probeerde hen tot bondgenoten te maken.
Later liet rijkskanselier Hitler via de President de noodverordering (Artikel 48) uitgaan. De macht lag nu in handen van de Rijkspresident en de Rijkskanselier samen. Van deze twee was de Rijkspresident uiteindelijk het machtigste, want hij kon een ondertekening weigeren. Hierdoor kon Hitler massaale arrestaties plegen tegenover communisten en mensen die het niet eens waren met zijn plannen.
De KPD (communistische partij) was dus uitgeschakeld. Zonder de SPD, met alle andere partijen (o.a. het
Zentrum, die hij 'garanties' gaf voor vrijheid van de Kerk en de Rechtspraak). Kreeg hij een meerderheid van 2/3 zetels. Hierdoor liet hij een wet maken waarmee de Rijksdag zichzelf kon uitschakelen, dit omdat hij nog niet álle macht in handen had als de Rijksdag er nog was.
De president was opperbevelhebber van het leger. Door middel van beloftes over uitbreiding en innoveren van het leger, kreeg Hitler het leger achter zich. In 1934 stierf president Hindenburg, wat goed uit kwam voor Hitler, hij volgde hem op als president.
De nationaalsocialisten hadden nu alle macht in handen en noemden Duitsland het Derde Rijk (het eerste was in de Middeleeuwen (Karel de Grote), met het tweede bedoelden zij het Duitsland vanBismarck en Wilhelm II).
Nu Hitler alle macht in handen had begonnen de 'Goede Nazi-Jaren' vanaf 1934 - 1938. Er werd succes geboekt op:
1. Het 'wirtschafstwunder' van Hitler. Er was in 1933 massaale werkloosheid. In 1937 was bijna volledige werkgelegenheid. Dit mede omdat er veel banen vrij kwamen in het leger (door de uitbreidingen);
2. Er word geïnvesteerd in het leger: wapenindustrie en militaire dienstplicht, in het Verdag van Versailles stond dat dit niet mocht, er werd echter niks tegen gedaan. Hij promoveerde ook veel offiecieren omdat het leger sterk werdt uitgebreid, hierdoor kreeg hij het leger nog sterrker achter zich;
3. In 1933 ging Duitsland uit de Volkenbond (de bond was een middel om toekomstige oorlogen te voorkomen): er onstonden bezettingen van het Rijnland (1935, Frankrijk), Oostenrijk (1938) en andere gebieden. Er werd echter weer niets tegen gedaan. Dit was Appaesmentpolitiek, de tegenstander constant tevreden houden om oorlog te voorkomen. Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen, Engeland en Frankrijk verklaarden toen pas
Duitsland de oorlog.
Nazificatie
De industriëlen mochten winst blijven maken, maar moesten zich bij de leiding van de NSDAP neerleggen. De Staat werd de voornaamste opdrachtgever van de industrie, vooral de oorlogsindustrie;
Het krijgen van veel kinderen werd aangemoedigd;
De school had als extra taak leerlingen op nationaalsocialistische manier op te voeden (Hitler- Jugend ontstond);
Al in 1933 werd het ministerie van propaganda opgericht onder leiding van Joseph Goebbels (nationaalsocialistische manier van propganda). Deze maakte gebruik van film en radio om de massa te beïnvloeden. Ook voor de kunst: Rijkscultuurkamer, waar alle kunstenaars lid van moesten zijn.
Terreur
De nazi's wilden met hun terreur twee doelstellingen bereiken:
Gevaarlijke tegenstanders direct uitschakelen;
Weifelaars en toekomstige tegenstanders schrik aanjagen.
SS is de afkorting van Schutz-Staffel. De SS werd in 1925 opgericht ter bescherming van de leiders van de NSDAP en in het bijzonder Hitler. In het begin was de SS een onderdeel van de SA maar na de 'Nacht van de Lange Messen' kwam de SS rechtstreeks onder Hitler te staan. De taken van de SS werden steeds meer uitgebreid en kwamen onder de leiding van Heinrich Himmler te staan. De SS zou tijdens het
Derde Rijk talloze misdaden begaan. Wie tot de SS wilde toetreden, moest tot het Arische Ras behoren.
De SS bouwde in de laatste jaren van de oorlog een eigen troepenmacht op: de Waffen SS. Deze werden als elite troepen beschouwd en kregen de modernste wapens. Ongeveer 850.000 man nam er dienst in, waaronder 25.000 Nederlanders.
Verzet was in Duitsland moeilijker dan in de bezette gebieden
Overal in Duitsland hielden gewone leden van de NSDAP en leden van de SS en SA de bevolking in de gaten;
Een zeer groot deel van de bevolking stond achter Hitler;
In de oorlog zagen de meeste Duitsers verzet tegen Hitler als landverraad.
Duitsland verloor in mei 1945 de oorlog. Duitsland werd door de geallieerden in vier delen verdeeld en verloor grondgebied aan Polen (Westversiebung). In 1949 werd Duitsland verdeeld in twee staten: de
Bondsrepubliek Duitsland (BRD) hier vielen de door de westelijke geallieerden gebieden onder + West
Berlijn; de Duitse Democratische republiek (DDR) bestond uit de Russische bezettingszone,
Hoofdstuk 9: De Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945)
Oorzaken 2e wereldoorlog:
Daar bestaan verschillende opvattingen over. Over de directe oorzaak is er geen discussie. Op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen en Engeland en Frankrijk verklaarden daarop
Duitsland de oorlog.
Schuld van Frankrijk, England en Rusland:
Frankrijk, Rusland en Engeland hebben te laat ingegrepen, Hitler was constant bezig met het vergroten van zijn 'leefruimte' voor het Duitse volk. Engeland, Frankrijk en Rusland dachten de vrede te kunnen handhaven door aan bepaalde eisen van Hitler tegemoet te komen. Pas toen het te laat was schrokken ze wakker; Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Het verdag van Versailles was veelste streng. Dit was een van de belangrijkste oorzaken van het ontstaan van de tweede wereld oorlog. In dit, door vooral England en Frankrijk bepaalde, verdrag werdt Duitsland allemaal beperkingen opgelegd. Ook moest er een enorme schadevergoeding betaaldworden, met armoede als gevolg. Er ontstonden hierdoor dus haat / wraak gevoelens die Hilter makkelijk kon omzetten tot oorlog;
Frankrijk en England wantrouwde Rusland, waardoor een verdrag niet mogelijk was. Dan zou Stalin waarschijnlijk geen verdrag hebben gesloten met Duitsland. Dit vondt hij nu wel nodig voor de veiligheid van Rusland. Stalin maakte met zijn verdrag de weg voor Duitsland vrij om
Polen aan te vallen;
Schuld van Hilter en NSDAP:
De oorlog was in 1938 ook nog maar 20 jaar voorbij, de verschrikkelijke gedachtes zaten nog in ieder zijn hoofd. Vandaar dat Frankrijk en England alles probeerde om een oorlog te voorkomen, en grepen daarom eerst nog niet hard in;
Het wantrouw van England en Frankrijk tegen Rusland was terrecht, hier heerste het communistische idee dat de westerse kapitalistische wereld plaats moest maken voor een volledig communistische wereld.
Men ging niet meer, zoals tijdens de eerste wereld oorlog, enthousiast de oorlog in. De eerste wereldoorlog had zoveel gruwelijke dingen veroorzaakt, en was relatief kort geleden. De tweede wereldoorlog was meer een bewegingsoorlog: verdedigingslinies werden veel vaker doorbroken dan gehouden. Er waren veel meer troepenverplaatsingen. In de Tweede Wereldoorlog sneuvelde er veel meer soldaten dan in de Eerste Wereldoorlog. Dit omdat er veel meer landen en soldaten bij waren betrokken, en dat ze zich niet mochten overgeven: doorvechten tot het eind. Tijdens de
Tweede Wereldoolrlog waren er ook veel meer burgerslachtoffers. Dit door de verschillende uitvindingen geen onderscheid maakten tussen militairen en burger: massaale bombardementen, om verzet te onderdrukken trad Duitsland hard op en ook het ontstaan van atoombommen.
In de 2e wereld oorlog werd gebruik gemaakt van nazificatie, bijvoorbeeld in Nederland probeerde ze de Nederlandse bevolking te winnen voor het nationaal-socialisme en een bijdrage te leveren aan de oorlogvoering.
Vrijwillge nazificatie lukte niet, daarom ging de bezetter dwang gebruiken. De NSB werd bijvoorbeeld de enige politieke partij die was toegestaan. Door de hardere Duitse optreden (jodenvervolging etc.) ontstond er toenemend verzet. Veel voorzieningen waren verdwenen. Gas, elektriciteit, openbaar vervoer was er soms of helemaal niet. In de grote steden ontstond hongersnood. Dit tegelijk met een strenge winter leidde tot de dood van ongeveer 15.000 Nederlanders. Op 5 mei 1945 gaven de Duitse troepen in ons land zich over. Enkele dagen later capituleerde het hele Duitse leger.
Voor de overlevende familieleden waren de gevolgen groot. Het missen van familieleden en de psychische gevolgen.
Kort na de oorlog was er sprake van enorme verwoestingen en grote armoede. De Tweede Wereldoorlog had in Europa zeer veel verwoest en veel moest worden opgebouwd. Infrastructuur zoals spoorwegen, havens en ook de industrie moesten worden heropgebouwd. De VS zou met de Marshallhulp Europa tegemoet komen. Oost Europa echter mocht door een bevel van Stalin de Marshallhulp niet accepteren.
Na de Tweede Wereldoorlog werden de Verenigde Naties opgericht met als doel bevordering van de wereldvrede. In 1945 ondertekenden staten het Handvest van de Verenigde Naties. Taak was oorlog te voorkomen en te helpen bij de bestrijding van armoede, ziekten, honger en onrecht in de wereld. Daarnaast sloten de westerse landen een militair bondgenootschap de NAVO in 1948. In 1955 sloot de Sovjet Unie en haar satellietstaten een militair bondgenootschap: het Warschaupact, in reactie op de opneming van de BRD in de NAVO.