Logo
Print deze pagina

Realisme verklaring + kenmerken

A. Inleiding

Varianten

  • Novelle
  • Renaissanceroman
  • 18e-eeuwse burgerlijke roman
  • kritisch realisme: psychologische - sociale analyse
  • naturalisme: filosofie van het determinisme
  • impressionistisch realisme: esthetische beschrijving
  • psychologisch realisme: sociale analyse op achtergrond

→ Hier centraal: realisme dat ontstaat in schoot romantiek en dominant wordt in 2e helft 19e eeuw: het kritisch realisme: streven fictionele wereld kritisch te ontleden

→ Context: wetenschappelijk optimisme (in de geest van de Verlichting)

B. Cultuurhistorische culturele context

  • Fascinatie voor wetenschap en objectiviteit
    • Wetenschappelijk socialisme van Marx
    • Economisch utopisme van Saint-Simon
    • Positivisme op vlak van sociologie van A. Comte (maatschappij met positieve feiten verklaren)
    • Atheïsme en agnosticisme
  • Deterministisch wereldbeeld: aantonen dat mens ingebed is in netwerk van materiële factoren dat hem grondig bepaalt.
    • Biologische determinanten (mens is gevolg van natuurkrachten, niet van God): Darwin's evolutieleer beïnvloedt H. Taine en E. Zola
    • Culturele en biologische determinanten: H. Taine: mens wordt van bij geboorte bepaald door materiële factoren: 'race, milieu et moment'. (mens denkt dat hij vrij is maar is het niet)
  • Revolutionaire politieke theorieën: geloof in veranderbaarheid mens en samenleving

C. Kenmerken realistische esthetica

Kenmerken realistische roman

  • Roman als kunstvorm: beschrijving alledaagse werkelijkheid vroeger lage stijl, vanaf 18e eeuw ook hoge stijl, in 19e eeuw populairste genre
  • Aandacht voor maatschappelijke en psychologische context
  • Beschrijving representatieve segmenten van de werkelijkheid: alledaagse werkelijkheid en helden op de voorgrond (sociologisch en psychologisch relevant)
  • Realistische technieken
    • Objectieve observatie: weigert beschreven feiten te evalueren (kiest geen partij: Impartialité (onpartijdigheid) et Impassibilité (onbewogenheid)): beschrijft gevoelens zonder passie
    • Doorbreken lineaire, chronologische verhaalverloop
    • Naturalisme: causale verbanden tussen verschillende verschijnselen in de werkelijkheid belichten. Realistische houding aangevuld met deterministisch mensbeeld
    • Impressionisme: zintuiglijke prikkels adequaat weergeven in nauwkeurige en smaakvolle stijl (eerst bij E. en J. De Goncourt)

Kenmerken van het realistische en naturalistische drama

Essentieel element: dialoog: praatstukken die problemen en ideeën uit actuele maatschappij thematiseerden. Om maatschappelijke realiteit adequaat weer te geven, concentreren ze zich op:

  • Aandacht voor het sociale leven
  • Determinering van de mens (vervangt noodlot uit klassiek drama) door vb. historische werkelijkheid.
  • Alledaagse spreektaal
  • Alledaagse figuren

→ uit het leven gegrepen

D. Vertegenwoordigers van de realistische romankunst

Franse realistische roman

  • G. Flaubert (groot vb. voor andere auteurs, ook nu nog)
    • Madame Bovary (1857): hanteert impassibilité en impartialité: neutrale gevoelloze verteller met afstandelijke instelling → provocerend en normdoorbrekend: ook grote contrasten, veel schokkende details bij sterfscène
    • L'éducation sentimentale (1874): sterk autobiografische roman over ontgoochelingen jongeman op amoureus vlak en politieke desillusie van revolutionaire generatie van 1848
      • Een van de grote Bildungsromans uit 19e eeuw
      • Geeft goed beeld van positie autonome kunstenaar in moderne kunstenaar
  • E. Zola: nieuwe dimensie: sociale en culturele situatie van de 19eeeuw en onderzoekt deze met haast wetenschappelijke methode (model = dokter: symptomen onderzoeken en diagnose stellen)
    • Le roman expérimentale (1880): theoretisch geschrift, verklaring uitgangspunten naturalisme, werd methodologisch beïnvloed door determinisme van Taine en erfelijkheidstheorie van Dr. Lucas, wil externe invloeden bepalen en experimenteren.
    • Les Rougon-Macquart. Histoire naturelle d'une famille sous le second empire (1871-93). Onderzoekt sociale ziektesymptomen van keizerrijk onder Napoleon III. Door 1 familie stelt hij diagnose op omtrent maatschappelijke situatie: kapitalistische samenleving is lege wereld vol corruptie, ellende, uitbuiting, menselijke verwording.
      • Grondspeculatie en leven van nouveau riches (La Curée, 1917)
      • Contrast burgerlijke welvaart en armoede in steden (Le ventre de Paris, 1873)
      • Alcoholisme bij industrieproletariaat (L'assomoir, 1877)
      • Prostitutie in Parijs (Nana, 1880)
      • Opkomende consumptie-industrie (Au bonheur des dames, 1883)

→ Alles is gebaseerd op feiten: doet maanden onderzoek => goed beeld 19e eeuw

Engelse realistische roman

Langere traditie (van 1730) => voortbouwen: burgerlijk moralisme (gematigder als bij Flaubert)

→ Gematigd realisme

  • C. Dickens:
    • Oogstte succes met humoristische schetsen die in krant werden gepubliceerd
    • Romans: deels autobiografisch => sociale dimensie
      • Zelfkant van de samenleving: Oliver Twist (1838)
      • Klassejustitie: Bleak House (1853): kritiek op Engels juridisch systeem
      • Onrechtvaardige verdeling rijkdom: Hard Times (1854)
      • Cf. Victoriaanse moraal wordt kritiek op sociale wantoestanden geneutraliseerd door stevige dosis sentiment.
      • Uitgesproken realistische kenmerken: observaties van milieu en sociale types
  • W. M. Thackeray: minder impact van Victoriaans model => meer sociale kritiek, scherpe ironische en satirische houding
    • Vanity Fair (1847): grootste werk, kritiek op feit dat sociale schijn meer geapprecieerd wordt dan maatschappelijke realiteit: aanklacht van insincerity en romantische schijnwaarden, pleidooi voor juiste beoordeling sociale waarden
    • Geen centraal hoofdpersonage: alledaagse karakters waarvan mediocriteit wordt blootgelegd.
  • C. en E. Brontë: gouvernantes: superieur door culturele achtergrond, kennis, inferieur door maatschappelijke achtergrond, kennis.
    • C. Brontë: drukt obsederende thematiek van ongelukkige liefde uit in Jane Eyre (1847), analyseert individuele, romantische hartstocht, zonder in weekheid of sentimentalisme te vallen
    • E. Brontë: Wuthering heights (1847): combinatie romantische en realistische elementen:
      • Demonische verbeelding (gothic) en wonderlijke hartstocht- en liefdesthematiek
      • Sterke psychologische uitbeelding van karakters
  • G. Elliot (M. A. Evans): besteedt veel aandacht aan psychologische karakterontleding en aan verhouding menselijke psyche tot sociale omgeving.
    • Bijzondere thematiek: bekrompen leven op platteland
    • Middlemarch. A Study of Provincial Life (1872): epos over onmacht en mediocriteit die ontstond uit teleurstelling over menselijke kleinheid.

Russische realistische roman

Reflectie op Russische samenleving die dan allerminst modern kan genoemd worden. Realistische roman = in die situatie propagandist van waarden Verlichting. => sterk gericht op analyse menselijke psyche: psychologisch realisme

  • I. Toergenjev: schakel Rusland - Westen, intelligentsia (vs. tsarisme)
    • Romantisch: poëtische beschrijvingen van natuur en liefde
    • Vaders en Zonen (1862): illustreert realistische attitude: oppositie van oudere generatie (idealistische en romantisch) en een jongere generatie (idealen van de Verlichting)
  • F. Dostojevski: sympathie voor slavofilie (waarden O.-Eur.) en invloed uit Westen
    • Biografie laat sporen na in zijn werk
      • Opgegroeid in gegoede familie, daalde op sociale ladder door vroegtijdige dood ouders. Debuutwerk: groot stilistisch vermogen en sterk sociaal engagement, ambivalentie menselijke psyche centraal
      • Psychische schok door verbanning naar Siberië => tweede fase: empathie met maatschappelijke verschoppelingen (Herinneringen uit het dodenhuis, 1861)
      • Na 10 jaar ballingschap, zwervend bestaan door Europa. Ontstaan belangrijkste werken, gepubliceerd in de vorm van feuilletonbijdragen in Russische pers (Schuld en Boete, 1866, De Idioot, 1869)
      • Belangrijk voor ontwikkeling Westerse roman
        • Oppervlaktestructuur van romans: spannend en spectaculair verloop
        • Dieptestructuur: groot psychisch realisme, doorgedreven ideële organisatie, menselijke drijfveren verkennen, ontleden politieke en religieuze problematiek
      • Morele ideeën kaderen in traditie van Slavofilie: benadrukken nationale eenheid en waarde godsdienstige tradities, voorstander van organische groei in richting van bevrijde, minder dictatoriale maatschappij.
  • L. Tolstoj: afkomstig uit adellijke familie , onderschreef toch nieuwe levens- en wereldbeschouwingen van zijn tijd, stichtte religieusethische sekte geïnspireerd door evangelisch christendom. => latere werk: sociaal geëngageerde strekkingsliteratuur
    • Novelles: beste werk: Kreutzersonate (postuum), Dood van Ivan (1886): opvallende stijl en morele problematiek
    • Sociaal-realistische frescoromans, Oorlog en Vrede (1868-69) en Anna Karenina (1877-78) behandelen passionele geschiedenis, en bieden panoramisch beeld Russische maatschappij.

E. Vertegenwoordigers realistische en naturalistische drama

Dramatiek speelt in West-Europese realistische literatuur een ondergeschikte rol. In Scandinavië en Rusland ontstaat realistische dramatiek waarin spanningsverhouding menselijke psyche en zijn maatschappelijke omgeving centraal staat. Zal 20e-eeuwse theatergeschiedenis grondig bepalen.

  • H. Ibsen
    • Vanaf 1877: moderne drama's met kritiek op burgerlijke maatschappij
      • Huichelarij van de Steunpilaren van de maatschappij (titel idem, 1877)
      • Ondergeschikte positie vrouw (Een Poppenhuis, 1879)
      • Dubbelmoraal in burgerlijk huwelijk (Spoken, 1881)
      • Retrospectieve techniek: breekt met zuivere intrigetechniek en grote invloed op evolutie drama
  • A. Strindberg
    • Naturalistische dramatiek: Freule Julie (1888): verhouding man-vrouw, relatie als strijd op leven en dood tussen 2 fundamenteel verschillende wezens.
    • Invloed op Franse naturalistische toneel en via Duitse expressionisme op moderne toneel
  • G. Hauptmann
    • Grondlegger naturalistische theater in Duitsland (Die Weber, 1892)
    • Die Weber: opstand Silezische wevers, toont toneelomwenteling van naturalisme
      • Niet meer burgerij, maar proletariaat centraal
      • Groep centraal i.p.v. personage
      • Dialect: revolutie in drama
      • Determinering door noodlot vervangen door determinering door sociale situatie
  • H. Heijermans
    • Beïnvloed door Ibsen en Duitse naturalisme, belangrijkste vertegenwoordiger Nederlandse naturalisme: zinvolle literatuur verwijst naar maatschappelijke context en heeft bewustmakende functie.
      • Centraal: uitbeelding situatie in een milieu, nadruk op echtheid personages
      • Op Hoop van Zegen (1900): drama dat failliet van werkelijke menselijke samenleven onder druk van sociaal-economische machten naar voor brengt. Personages gekenmerkt door fatale berusting.
      • Literaire werk sterk geëngageerd: kiest expliciet voor socialisme
      • Kantte zich tegen l'art-pour-l'art van de tachtigers (cf. symbolisme)

Copyright © 2017. All rights reserved.