Menu

Nieuwe organisatievormen in politiek en samenleving 1830-1870/1880

De schoolstrijd oefende grote invloed uit bij de vorming van de politieke partijen. Na 1848 was de politiek vooral een zaak van individuen. Geleidelijk aan kwam er samenwerking op grond van gedeelde denkbeelden en zelfs programma’s.

De conservatieven verloren steeds meer terrein. Na de parlementaire strijd van 1866-1868 en de besluitvorming over het koloniale beleid in 1870 hadden zij maar weinig punten meer. Liberalen van allerlei schakering domineerden de politiek. Een generatie die meer voor overheidsingrijpen was, kwam na Thorbecke die stierf in 1872. Naast de schoolwet van Kappeyne kwam in 1874 ook de eerste sociale wet van S. van Houten. Het zogenaamde Kinderwetje verbood de fabrieksarbeid van kinderen onder de 12 jaar.

Tegenover de liberalen groeiden de zogenaamde confessionele partijen die de plaats van de conservatieven innamen. Het waren godsdienstig geïnspireerde groeperingen zoals orthodox protestanten en katholieken.

Als opvolger van Groen die in 1876 stierf trad Abraham Kuyper naar voren. Hij ging de kerkelijke strijd aan in de Hervormde Kerk en trad ook in de politiek. Hij maakte gretig gebruik van de (massa)pers. In de kerkelijke strijd richtte hij De Heraut op en voor zijn politieke strijd De Standaard. Ook richtte hij scholen op en organiseerde hij petities tegen het kabinetsbeleid.

Als gevolg van het Anti-Schoolwetpact werd in 1878 de eerste landelijke politieke partij opgericht: de Antirevolutionaire Partij (ARP) waarvoor Kuyper Ons Program opstelde. Zo vond de aloude orthodox-protestantse bevolkingsgroep nieuwe organisatievormen aan. Ze was conservatief en was bezig met godsdienstige kwesties.

Ook de katholieken keerden zich tegen de seculariserende tendensen. Zij voerden ook strijd om de sociale en culturele emancipatie van de eigen groep. Beiden (katholieken en orthodox-protestanten) voelden zich achtergesteld in de burgerlijke liberale samenleving, maar ze verschilden wezenlijk in hun geloof. Daarnaast werden de katholieken als één blok gezien, terwijl de orthodox-protestanten veel verschillende groeperingen hadden. De meeste wortelden in de Afscheiding van 1834. Op politiek vlak en de oprichting van de scholen kon men dan weer als één blok optreden tegen de vrijzinnige en liberale tegenstanders. Deze tegenstellingen vormden evenwel geen gevaar voor de eenheid van de natie.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen