Logo
Print deze pagina

Ludwig Wittgenstein wijsbegeerte

  • Tractatus Logico – Philosophicus
  • De Tractatus = moeilijk werk

- Opgebouwd uit compact geformuleerde, genummerde zinnen

- Onduidelijke formulering

- Men ziet niet duidelijk in op welke vragen zinnen willen antwoorden

- Problematiek begrijpen: kennis nemen van het werk van Frege en Russell

  • Oordelen zijn opgebouwd uit atomaire oordelen

- Logische waarheden / tautologieën

= samengestelde oordelen die altijd waar zijn, wat ook de waarheidswaarde van de samenstellende delen moge zijn

  • hun negaties = contradicties
  • zeggen ons niets over de wereld, hun waarheidsgehalte staat a priori vast
  • zijn in feite sinnlos: hebben geen empirische betekenis

- Oordelen (zinnen) met betekenis

= waarheidsfuncties waarvan de waarde wel afhangt van deze van hun samenstellende delen

  • Zeggen iets over de wereld: heeft betekenis die waar of vals kan zijn
  • Wat betekenis is, hangt af van de vraag onder welke omstandigheden we de zin waar noemen
  • De verzameling van alle ware zinnen, is de natuurwetenschap
  • Aangezien alle zinnen met betekenis opgebouwd zijn op atomaire zinnen, kan de waarheid van elke wetenschappelijke propositie onderzocht worden door na te gaan of de atomaire proposities waarin ze uiteenvalt al dan niet waar zijn

  • Opbouw van een oordeel

- Elementaire zinnen = aaneenschakeling van namen die verwijzen naar dingen

- Zin die namen aaneenschakelt  in werkelijkheid zijn de dingen die met deze namen overeenkomen ook aaneengeschakeld

MET ANDERE WOORDEN:

- Atomaire zin = afbeelding (Bild) van een toestand (Sachverhalt)

- Atomaire zin = waar als hij de afbeelding is van een Sachverhalt

- Feit bestaat in het zich voordoen van 1 of meer Sachverhalte

- De wereld is de verzameling van de feiten

  • Reeks interessante conclusies

1) Twee soorten oordelen:

- deze waarbij men uit de structuren zelf kan opmaken dat ze waar zijn; tautologieën (analytische zinnen)

- deze waarbij dit niet het geval is (synthetische zinnen)

1) Het onderzoeken van de betekenis en van de waarheid van oordelen berust in laatste instantie op een tonen, een wijzen: de betekenis van de namen in een atomaire zin kan slechts getoond worden; het zich voordoen van een Sachverhalt eveneens

2) Een combinatie van namen die niet naar een ding verwijzen, is een Scheinsatz; zulk een uitdrukking is onzinnig (unsinnig)

3) Aangezien alle Sachverhalte in een zin kunnen worden uitgedrukt zodra we namen voor de dingen vastgesteld hebben, alles wat gedacht kan worden (de toestanden) gezegd worden, en wat gezegd kan worden kan klaar gezegd worden.

Het doel van de filosofie is niet zinnen uit te spreken, maar de betekenis van zinnen te verhelderen

4) Daarentegen kan de relatie tussen de zinnen (resp. namen) en toestanden (resp. dingen) niet gezegd, maar alleen getoond worden.

In de traditionele metafysica’s poogde men zaken te zeggen die niet daar niet vatbaar voor zijn; ze vertellen dus onzin

5) Dat wat Wittgenstein de wereld noemt is dat waarover men klaar kan spreken. Er zijn wel zaken waarover men niet kan spreken, maar deze behoren niet tot de feitelijke, kenbare wereld: “Die Grenzen meiner Sprache bedeuten die Grenzen meiner Welt”. Het werk eindigt mat de opmerking dat het zelf ‘onzinnig’ is, en met de bekende “Wovon man nicht sprechen kan, daruber muss man schweigen”

  • Invloed van Wittgenstein

- Legde origineel verband tussen wijsbegeerte en analyse van de taal

- Versterkte inzichten van Frege en Carnap: formele logica zou eindelijk wetenschappelijke wijsbegeerte mogelijk maken

- Radicale thesis dat metafysica van de vroegere filosofen niet eens vals is, maar gewoon zinledig (unsinnig)

- Bewering dat de verzameling van de atomaire feiten door de wetenschap bestudeerd wordt, wijsbegeerte moet niets doen behalve verheldering van betekenissen bevorderen

- Slechts 2 soorten oordelen (synthetische en analytische)

- Tautologieën zeggen niets over de wereld  1 van de dogma’s van het empirisme geworden !

  • Wiener Kreis wijkt af van Wittgenstein

- Tegen Wittgensteins thesis dat men niet over de relatie tussen taal en wereld kan spreken

- Wittgenstein stelde geen algemeen betekeniscriterium op om betekenisvolle van zinledige oordelen te scheiden  leidde tot verkeerde interpretaties

DUS: men moet vragen aan de spreker naar welk ding zijn namen verwijzen, en als hij dit kan tonen is het in orden, kan hij dit niet, dan heeft hij niets gezegd

  • Wittgenstein zal later zijn opvattingen herzien. Zijn wijsgerig werk uit zijn latere periode heeft aanleiding gegeven tot het ontstaan van een belangrijke taalfilosofische stroming in de twintigste eeuw
  • men spreekt daarom over Wittgenstein I en Wittgenstein II : dezelfde persoon, twee verschillenden filosofieën

Copyright © 2017. All rights reserved.