Menu

Landbouw.

Niet overal !
o Italië: courant <=> Grieks-Romeins Egypte: uitzonderlijk
Soorten:
o ‘chattel slavery’: grote groepen, geketend, sterk repressief : in sommige periodes heel
belangrijk (bv. Romeinse ‘latifundia’ late Republiek) ; maar doorgaans uitzonderlijk, want
niet erg rendabel (hoge kosten bewaking, weinig gemotiveerd, Lange periodes van
inactiviteit (buiten oogstmaanden
o ‘familia rustica’: groep slaven op middelgrote domeinen (villa rustica): o.l.v. slaafopzichter
en ‘procurator’ (meestal vrijgelatene). Doen alles, worden in drukke periodes
aangevuld met seizoensarbeiders. Relatieve vrijheid, soms slavenhuwelijken, kinderen.
o Pachter-slaven (‘servi quasi coloni’): krijgen pachthof als ‘peculium’ en mogen dit voor
eigen rekening bewerking in ruil voor betaling van pacht => voordeel voor de meester:
‘pachter’ kan niet weg en totaal onderworpen
· Je doet dit best niet als je domein te ver weg is om regelmatig op inspectie te
gaan.
© Als de meester van huis is dansen de slaven.
· Je doet dit best niet in een ongezonde omgeving.
© Ze gaan dan veel te snel dood.
© En je investering is naar de maan.
© Je neemt beter vrijen dan en laat ze voor een hongerloon werken. Als ze
doodgaan neem je nieuwe aan.
Rendabiliteit:
o Nadeel eigenaar: slaaf vertegenwoordigt investering: moet worden aangekocht of
gekweekt => kost geld
o ~ randvoorwaarden: prijs van slaven (~ aanvoer), type van exploitatie (ideaal: extensieve
landbouw / veeteelt), …
· overal blijft ruimte voor vrije boeren, pachter, landarbeiders

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen