Het rationalisme: Descartes
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1252 keer
- Algemeen
- Fransman (1596 – 1650)
- Opgeleid in de scholastieke wijsbegeerte
- Wilde wiskunde overhevelen naar de filosofie: axioma’s en begrippen die helder en aanvaardbaar zijn deductieve stellingen
- 1ste uitgangspunt: vertrekken vanuit zekerheden
- ‘methodische twijfel’
- bedoeling = van een ontwijfelbaar standpunt vertrekken
- gevolg: * afstand doen van alle ‘gangbare’ opvattingen
* geen externe autoriteit meer aanvaarden
- “Cogito ergo sum”
Postuleerde het bestaan van een ‘res cogitans’ (= denkende / kennende object)
- 2de uitgangspunt: het bestaan van God
“Ik kan mij een voorstelling vormen van een volmaakt wezen”
“ Het is volmaakter te bestaan, dan om niet te bestaan
DUS: “Dat volmaakt wezen waarvan ik mij een begrip kan vormen moet per definitie bestaan, want anders zou het niet volmaakt zijn.”
= ontologisch godsbewijs
- 3de uitgangspunt: het bestaan van de buitenwereld
Ruimtelijke wereld = ‘rex extensa’
- we bezitten hierover “idées claires et distinctes”
- op zich bieden deze ideeën geen garantie dat ze op gepast wijze de werkelijkheid uitdrukken
- Descartes stelt dat God ons deze ideeën heeft ingeprent en dat een volmaakt wezen ons niet zal bedriegen
- Nativisme
= opvatting dat de menselijke geest over aangeboren ideeën beschikt, die toelaten om een klare intuïtie te hebben over de principes die als grondslag moeten worden genomen, zowel om de wiskunde als om de natuurkunde op te bouwen
Verband met Plato
Plato verbaasd zich erover dat een slaaf die ongeschoold is toch een meetkundig vraagstuk kan oplossen mensen aangeboren ideeën doen aanspreken door goeie vraagstelling
- Dualisme
= opvatting dat er twee gebieden of substanties bestaan in de werkelijkheid:
- stoffelijke / uitgebreide volgens wetten van meetkunde en mechanica
- geest denken / bewustzijn
- Monisme
= opvatting dat alles te herleiden is tot één soort werkelijkheid, materie of geest, maar niet beiden sam
- Mechanicisme
= opvatting dat in de stoffelijke wereld, waaronder ook dieren en het menselijk lichaam, alles volgens mechanische wetten verklaarbaar is
- Aanleiding tot anatomische ontdekkingen (cf. ontdekking van de bloedsomloop met hart als pomp door Harvey)
- Maakte veel ophef
- Interesse in het totaalbeeld
- Droeg bij tot: * despiritualisering van de wereld
* bestrijden van het bijgeloof
* verdwijnen van de heksenwaan
- Zwakheden van het rationalistisch mechanicisme
- Als kennistheorie
Niet in staat onderscheid tussen wiskunde en natuurkunde duidelijk te maken vooral het statuut van de natuurkunde kwam onvoldoende naar voren
- Als metafysica
Dualisme = zeer moeilijk houdbaar
mind / body – problematiek: als geest en materie twee verschillende zijnsvormen zijn, hoe kan het ene dan inwerken op het andere?