Het meten van armoede.
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 485 keer
Focus bestrijden van (extreme) armoede. Dit richt zich niet langer op het nationale, maar de individuele ontwikkeling. Vanaf 1980 komt er een streven naar geïntegreerde wereldmarkt en naar een lokale armoedebestrijding. Om economische groei te bevorderen moet er een open economisch klimaat heersen. De soevereiniteit van de staat gaat over naar de soevereiniteit van de markt en het individu. Dit brengt grootte verantwoordelijkheid met zich mee.
Sociale beleid is er om mensen te helpen deelnemen aan de markt. De markt wordt niet gezien als de oorzaak van armoede, maar de barrières die de toegang tot die markt beletten (geen onderwijs, oorlog, ziektes).
Armoede wordt berekend via een absoluut inkomenscriterium. Een meer ‘geïntegreerde’ definitie van armoede is met inbegrip van sociale uitsluiting, discriminatie en analfabetisme. Een poging tot klaarheid te brengen is de HDI (Human Development Index), een internationale standaard over gezondheid, opleiding en economische welvaart in wordt verwerkt.
Het strategisch gebruiken concept armoede is niet nieuw, maar wel de manier waarop we ze zien en benaderen. Georg Simmel stelt dat armoedebestrijding altijd een antwoord is op de behoeften van de niet-armen. De armen zelf zijn niet het doel. Armoede wordt daardoor bestudeerd in relatie tot de sociale samenstelling van de bevolking. In alle beschavingen vinden we grote verschillen tussen rijk en arm.