Feodaliteit
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 717 keer
Feodaliteit als vazallistisch heerschappijsysteem
= sterk lokale, intensieve & directe vorm v. machtsuitoefening
- vanuit kleine eenheden ontstonden in een voordturende competitie & strijd zorgvuldig beheerde & nauwlettend bestuurde heerlijkheden & vorstendommen
eliminatie v. zwakkeren
schaalvergroting v. overblijvers die de basis v. monarchale staten vormden
- niet weg te denken uit Europese geschiedenis: bij culturele diversiteit voegde zich staatkundige versplintering => volkeren & staten (gegroeid uit ≠ dynamieken)
- ondanks krachtige homogeniseringstendensen omvatten meeste staten nog steeds meer dan 1 volk à deze diversiteit v. culturen & staten = Europees kenmerk bij uitstek, met alle spanningen, conflicten & creativiteit die daaruit zijn voortgevloeid
Overkoepelend imperium?
maakte hier geen kans vanwege de hechtheid v.d. oudere staatkundige & culturele patronen
- Osmaans, Habsburgs & Russische Rijk konden zich enkel handhaven in minder progressieve & dunner bevolkte gebieden
- allen uiteengevallen na WO I onder druk v. o.a. nationale culturen die tot in de ME teruggaan
- deze veelheid aan staatkundige & culturele eenheden stond monolitische machtsuitoefening in de weg, versterkt door gescheiden organisatie Kerk & Staat
Centraal gezag?
geen centraal gezag in Europa dat over groot territorium op alle terreinen v.h. menselijk bestaan kon ingrijpen (ó China) à door relatief korte afstanden konden andersdenkenden uitwijken naar andere gezagsgebieden
Binnen monarchale staten
- ook nog op talloze gebieden die in hoge mate zichzelf konden besturen (via heren, clerici)
- dwong de vorsten overleg te plegen met invloedrijke onderdanen
- constitutionele beperkingen aan de monarchie zijn ontstaan + parlementarisme ontwikkelde zich
Absolutisme
- geen enkele Europese vorst kon absoluut heersen tijdens de Middeleeuwen
- Europa =enige continent waar representatieve instellingen onstonden die eeuwenlang de financiën controleerden en paal & perk konden stellen aan vorstelijke willekeur