EXPLOITATIESYSTEMEN EN LANDBOUWTECHNIEKEN 1500-1700
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 667 keer
grote onderlinge verschillen tussen de Europese regio’s
producenten bezaten zelf het grootste deel vh land:
- gronden oorspronkelijk van adel, Kerk, hogere ambtenaren en stedelijke handelaars
- gebruikers konden in ruil voor een jaarlijkse vergoeding (= cijns) vrijwel volledig onafhankelijk over de grond beschikken
verdelen over erfgenamen, hypothekeren, verkopen, verpachten..
- ook veel gronden in pacht uitgebaat
- pachters zowel sociaaleconomisch als politiek belangrijke rol
- politieke vertegenwoordigers
- in regio’s met hoge urbanisatie waren ook stedelingen eigenaar vd gronden
- echter: pachtprijzen stegen sneller dan de landbouwopbrengsten veel winst ging dan ook naar de stedelingen
- Zuidelijk Europa: mezzadria of métayage
overeenkomst eigenaar-pachter waarbij ook een deel vd bewerkingsmiddelen ter beschikking worden gesteld in ruil voor een deel vd productie
dit systeem remde echter de economische groei vh platteland
meeste West-Europese landen werkten begin VMT nog met het drieslagstelsel
- maar 2 keer geoogst op 3 jaar
- resultaten waren beperkt en niet voldoende om de groeiende bevolking te voeden
grote afhankelijkheid van menselijke en dierlijke energie
laat 16e –vroeg 17e E: nieuwe landbouwtechnieken in Nederlanden en Engeland
- navruchten zoals klaver en rapen in teeltplan
groei mest- en zuivelproductie
- nieuw rotatiesysteem: ook uitputtende gewassen zoals vlas voor linnen (rest in HB)