Logo
Print deze pagina

De vooruitgang van de democratie in West-Europa

Algemeen

- Belang stemrecht voor arbeidersklasse

  • § ° massapartijen

- Aandacht voor de sociale en economische problemen van de het industrialisme

De derde Franse Republiek (°1870)

- Na de Frans-Pruisische oorlog

- Door Bismarck georganiseerde verkiezingen in Frankrijk (algemeen mannelijk stemrecht)

- Weinig republikeinen verkozen (1/3e)

- De Parijse Commune weigert het gezag van de verkozen regering te aanvaarden

  • § Burgeroorlog (Commune VS Assemblée Nationale)
  • § De Assemblée Nationale stuurt het leger naar Parijs
  • § Repressie (20.000 )

- De Assemblée Nationale roept opnieuw (de Parijse Commune had dit reeds eerder gedaan)

- Door verdeeldheid onder de monarchisten kon dit

  • § Voorstanders van een restauratie van de Bourbons
  • § Orleanisten

- Tweekamerstelsel (Parlement + Senaat) met de premier en zijn kabinet als sterkste uitvoerende macht

Problemen van de derde Franse Republiek

- Verdeeldheid: monarchisten VS republikeinen

- Republikeinen worden minder radicaal en winnen stemmen

De Deyfus-affaire

- Alfred Dreyfus: joodse kapitein in het Frankrijk leger

- Om anti-semitische redenen uit het leger geweerd (1894)

- De zaak werd lange tijd niet heropend door steun van anti-semieten, royalisten, militaristen.

  • § Gebruiken de zaak om het republikeinse regime is een slecht daglicht te plaatsen

- Uiteindelijk toch vrijgesproken na een grote pro-Dreyfus campagne (1899)

- Oorzaak voor diepe ideologische breuklijn republikeinen VS conservatieven

Voor- en nadelen van de derde Franse Republiek

- Algemeen goede levensomstandigheden (VOORDEEL)

- Vrij lage industriële ontwikkeling (NADEEL)

- Politieke versnippering -> veel kort bestaande regeringen (NADEEL)

De Britse constitutionele monarchie

- (Second) Reform Bill

  • § Uitbreiden electoraat (nog geen algemeen mannelijk stemrecht)

- Stabiel parlementair regime

  • § Whigs (liberaal) en Torries (conservatief)
  • § Respecteren elkaar
  • § In handen van rijken (geen vergoeding)
  • § Toch sociale politiek: stemmen winnen van arbeiders

Britse politieke veranderingen na 1900

- ° Labour

- De liberale partij wordt linkser

  • § Sociale welvaart

 progressieve inkomstenbelasting

  • § Vergoeding voor leden van House of Commons
  • § Pro staatsinterventie (economisch en sociaal)

- De liberalen gaan op in Labour en een minderheid gaat naar de conservatieve zijde

De Ierse Kwestie

- 1801: “Verenigd Koninkrijk van GB en Ierland”

- Slechte omstandigheden voor boeren in Ierland

  • § Kerkelijke tienden betalen
  • § Sterke afhankelijkheid van grootgrondbezitters

- Ieren willen home rule

  • § Gesteund door liberalen in GB
  • § Tegengewerkt door conservatieven in GB

- 1914: home rule

  • § De Ulstermen (N-Ierland) willen geen afgescheiden Ierland
  • § Bijna burgeroorlog

- Na WOI: home rule voor Eire (Ierland zonder het Noorden)

  • § Eire wordt al snel helemaal onafhankelijk
  • § ° Ierse Republiek

- Ulster blijft een deel van GB

  • § Protestants

Bismarck en het Duitse Rijk (1871 – 1890)

- Herhaling

  • § Hervormingen van bovenaf (parlementair systeem)
  • § Alle macht blijft bij keizer en kanselarij (verkozen kamer heeft weinig macht)

- Macht van de Junkers blijft hoog

 zijn heel kritisch t.o.v. Bismarck

- Bismarck gaat steunen op liberalen

  • § Tegen de zin van de katholieken
  • § Zij erkennen bijgevolg een grotere macht: de paus

- Kulturkampf: anti-klerikaal bestuur van Bismarck

  • § Katholieke tegenreactie: °Centraal katholieke partij

 vormt geen bedreiging voor Bismarck

  • § Bismarck gaat met hen samenwerken VS socialisme

- Anti-socialistische wetten (socialistische meetings/kranten verbieden)

- Jaren 1880: Sociaal programma van Bismarck om arbeiders voor zich te winnen

- Paradox

  • § Politiek: Minder democratisch dan andere staten
  • § Sociaal: Meest vooruitstrevend van Europa
  • § (De mensen via welvaart overtuigen)

- Socialisme groeit niet echt

  • § Maar ook nooit verdwenen

Het Duitse Rijk na 1890: William II

- William II als laatse Duitse keizer

- Onenigheid met Bismarck

  • § Bismarck wordt gedwongen uit zijn positie te stappen

- Afschaffen van de anti-socialistische wetten

- Sociaal-democratische partij 

  • § Eisen herziening van de grondwet van 1850

- Agressieverse kolonialistische politiek

Italië

- Constitutionele monarchie (na 1870)

- Onstabiel

  • § Katholieken en paus erkennen Italiaanse eenmaking niet
  • § Kloof arme Zuiden – rijke Noorden
  • § Transformismo: politici zijn niet verankerd in één partij, maar wisselen regelmatig

Oostenrijk-Hongarije

- Grootste probleem: etnische verdeeldheid (Slavische volkeren)

- Oostenrijk: algemeenstemrecht

- Hongarije: streng tegengewerkt door Magyars (angst voor Slavische volkeren)

Vergelijking West-, Centraal-, Oost-Europa

- West: bijna complete parlementaire macht

- Centraal: niet echt een parlementaire macht

- Oost: geen democratie (wel bvb Doema, maar is eigenlijk geen echte verandering)

Copyright © 2017. All rights reserved.