De renaissance van de XII: een intellectuele revolutie?
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 981 keer
- Benaderingen
De renaissance van de twaalfde eeuw (term : J.Burckhardt) w op # manieren benaderd :
- Niet zozeer ‘wedergeboorte’ van de oudheid maar een gewone opflakkering van het intellectuele en literaire leven tgv een ‘general quickening of spirit’
- Zelfde kenmerken Italiaanse renaissance (humanisme, menselijk individu) alleen 3 eeuwen vroeger en in Frankrijk ipv in Italië
- Eigen karakter door economisch/sociale dynamiek tss. 1000-1200 (kruistochten, handel, kolonies, verstedelijking,...)
- Gelijke punten
Deze # opvattingen komen op een aantal punten samen :
- 12deE : nieuwe visie op natuur/wereld :
- afstand van magisch/symbolische verklaringen natuurverschijnselen
- monnikenideaal om wereld te verachten w gerelativeerd
- ontdekken orde in natuur door ontdekken Plato
- wetenschappelijk onderzoek w zowel empirisch-inductief en logisch-deductief te werk gegaan
- ook wiskundige methode
De 12de eeuwse humanisten slaagden erin om het universitair onderwijs te domineren, de humanisten uit Italie vd 15-16de eeuw zijn daar nooit in geslaagd. Aan de scholae werd de scholastiek (bepaalde methode van wetenschappelijke analyse op basis van de logica van Aristoteles) onderwezen.
- Litterati, verzamelaars en vertalers
- Litterati waren niet alleen verzamelaars verzamelaars van antieke teksten, ze schreven er ook zelf naar klassiek model en stijl.
- Uit de 11-12de eeuw zijn veel meer literaire teksten gevonden als uit de 2E ervoor en erna.
- Deze teksten tonen vh eerst sinds Late Oudheid vertrouwdheid net niet-christelijke en mythologisch antieke teksten.
- ook zoeken naar teksten over natuurwetenschappen, wiskunde en logica. Tot nu toe kon men dit nt aangezien deze teksten in het Grieks waren en zij de kennis van het Grieks hadden verloren.
- Arabieren en Byzantijnen maakten vertalingen
- Spanje en Sicilie werden doorgeefluiken van Arabische kennis (gestimuleerd door verovering Toledo, 1085, en de vestiging van Normadische macht op Sicilie)
- honger naar kennis groter dan afkeer Islam
- Adelard van Bath vertaalde Elementen van Euclides en Algebra van al-Kwarizmi (naam verbasterd tot algoritme)
- Gerard van Cremona vertaalde de werken van Aristoteles, Ptolomaios en Galenos, die bijdroegen tot de vorming van het nieuwe mens- en wereldbeeld.
- Later kwamen er rechtstreekse vertalingen uit het Grieks, wat belangrijk was, aangezien de kwaliteit van de vertalingen door het arabisch als tussentaal te gebruiken vaak niet goed was.
- impuls van Griekse teksten door de vierde kruistocht en het Latijnse keizerrijk (1204-1261), waardoor het Westen meer dan een halve eeuw Griekenland in bezit had.
- De revival van Aristoteles
Gerbert van Aurillac :
- scholastisch leraar
- aan basis Aristoteles-revival
- introduceerde mondelinge dispuut
- meer lessen logica of dialectica
- zorgde voor herinvoering van Aristoteles-vertalingen van Ancius Boethius (oude logica)
- vanaf de beschikking over hele oeuvre Arist. (Organum of ‘instrument’ genoemd) spreekt men van nieuwe Logica
Aristoteles ook invloed op vlak van natuurlijke verschijnselen, metafysica en ethica, Aristoteles werd gids bij vestiging wetenschappelijk paradigma dat we scholastiek rationalisme noemen.
- Invloed van de nieuwe logica
De dialectica/logica (kunst van het logisch redeneren) is heel belangrijk, een mentale houvast in een wereld waar nauwelijks kennis bestond in de werking van natuurlijke verschijnselen.
Eerste generaties intellectuelen :
- combinatie kennis christelijke teksten m Arist.’s logica
- relatie tss. mens en natuur en tss. mens en God verklaren door Arist.’s logica
- drijfveer : tegenspreken van elkaar en zichzelf van traditionele autoriteiten (bijbel-kerkvaders)
- vragen over taal, verwerkt tot geschreven tekst, als ‘objectieve’ werkelijkheid
Er kwamen vragen over al dan niet toepassen van de nieuwe logica op kerkelijke dogma’s, er kwam een kamp van voorstanders (Pierre Abelard) en tegenstanders (Bernardus van Clairvaux)
De opmars van de nieuwe benadering was niet te stuiten, kenmerkend voor het daarmee samenhangende vertrouwen in de menselijke rede zijn de rationele godsbewijzen, zoals van
Anselm van Aosta :
- godsbewijzen a posteriori (afgeleid van de schepping door God)
- godsbewijzen a priori (afleiden uit defenities van wat God is, bv. van Seneca : God is het beste en het meest verhevene dat men zich kan denken)
Ander belangrijk man : Pierre Abelard :
- maakte Arist.’s logica tot hoeksteen van scholastieke rationalisme
- schrijft verhandeling “Sic et Non”, waarin scholastische methode duidelijk omschreven staat
- tekst is opgebouwd uit 158 theologische vraagstukken of quastiones
- door dit systeem verlost v. auctoritas, eerste maal kritisch met bronnen, ontdekt fouten en tegenstrijdigheden in gezaghebbende teksten
- 1140 : Synode van Sens, Abelard w ketter verklaard en eeuwig zwijgen opgelegd (door toedoen van zijn vijand Bernardus v. Clairvaux)
- zijn werken verraden geest van nieuwe spiritualiteit, erkenning menselijke individualiteit
- Natuurfilosofie en metafysica
Tweede aspect revival Aristoteles :
- herontdekking libri naturales : werken over fysica, kosmologie, meteorologie, zoologie, slapen, dromen, herinnering
- herontdekking werken over ethica en metafysica (het wijsgerige onderzoek naar de grondslagen van het ‘zijn’, los van zintuiglijke waarneming)
Gevolg in hoger onderwijs
toevoeging van drie vakken aan het artes-curriculum :
- moraalfilosofie (ter vervanging ethica)
- metafysica
- natuurlijke filosofie (natuurkunde)
Gevolg van ‘Aristoteles-manie’: artes-studie meer en meer logica en natuurfilosofie, ond. w verstard
Kritiek van Johannes van Salisbury (later bisschop vn Chartres) op Aristoteles, die vond grammatica en retorica belangrijker als ‘Aristotelesvakken’. De kritiek neemt toe in de loop der jaren, maar het scholastieke rationalisme zal het hoger onderwijs blijven domineren tot in de 18de eeuw.
- De vorming van universiteiten
Vroege ME
enige centra voor intellectuele vorming waren klooster-en kathedraalscholen. De vorming van universiteiten was een soort emancipatiebeweging die het monopolie van monniken en bisschoppen doorbrak.
Maar hoe?
- docenten en studenten van grote scholen verenigden zich in corporaties (in ME noemt men dit universitas, dat men kan vertalen als ‘gilde’) ter behartiging van hun belangen.
- verbreding van het onderwijsaanbod, er verschenen gespecialiseerde scholen buiten de artes-sfeer (bv. medicijnen, recht)en het speciale onderricht in de bijbel (dat van oudsher volgde op de artes-studie) groeide uit tot een volwaardige theologiestudie. Door deze diversificatie kwam men haast vanzelf tot samenwerking.
- 1179 : Derde Lateraans Concilie : Kerk geeft onderwijsmonopolie uit handen door bisschoppen te verplichten hun alleenrecht om doceervergunningen uit te reiken, af te staan aan alle erkende scholae in hun bisdom.