Bovengewestelijke Integratie 1384-1477
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 535 keer
Naast de financiën werden ook bestuur en rechtspraak geleidelijk aan naar een hoger niveau gebracht. Zo was er bijvoorbeeld de Grote Raad die ging functioneren als het centraal gerechtshof, die door hun beroepsmogelijkheden de lokale hoven ging ondermijnen.
In 1433 werd de “vierlander” geïntroduceerd, een eenheidsmunt om de transactiekosten te verlagen en economische kracht en onderlinge handel te versterken. Langzaam maar zeker werd een economische samenwerking bekrachtigd, wat het voor de buitenlandse handelspartners moeilijker maakte om de gewesten tegen elkaar uit te spelen.
Door de groei van het centrale niveau, was er noodzaak aan een sterk ambtenarenapparaat, dat meestal bovenstatelijk georganiseerd werd. Door buitenlandse ambtenaren te installeren, verzekerden de hertogen zich ervan dat hun trouw bij het centrale gezag lag, eerder dan bij het lokale. De populariteit van Bourgondiërs voor deze posten zorgde voor de introductie van het Frans als bestuurstaal, waartegen later gereageerd werd door de gewesten.
Het hoofd van het ambtenarenapparaat was de Kanselier van Bourgondië, van 1425 tot 1457 Nicolas Rolin. Hij was het typevoorbeeld van de ambtenaar, waarbij opleiding en kunde belangrijker waren dan afkomst.