Atlantisch Europa Bronstijd
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1005 keer
Dit gebied heeft een minder voorname rol dan in vorige periodes, en bezitten van metaal is minder belangrijk omdat het alom tegenwoordig is in geheel Europa. In rivieren over heel West-Europa werden honderden voorwerpen aangetroffen, de zogenaamde natte deposities. Hierbij word een massa aan bronzen voorwerpen gedeponeerd, zowel wapens (offensief en defensief), sieraden zoals spelden en gebruiksvoorwerpen. Deze werden intentioneel gedropt, daar ze meestal ongebruikt, want geen slijtagesporen, of zelfs onafgewerkt zijn. De meeste vorsers zien hierin een vorm van sociaal gedrag als competitie tussen groepen (of individuen). Men tracht meer aanzien te verwerven door het ostentatief vernietigen van rijkdommen, iets wat de prestigesfeer die rond brons hing weergeeft. Dit is economisch nutteloos maar vormt een zachte vorm van sociale strijd en kan een uiting zijn van de troebele tijden, daar dit een erg mobiele vorm is, in tegenstelling tot de vroegere en latere stabiele elites. In Huelva bijvoorbeeld zijn 78 zwaarden, 22 dolken en 88 lanspunten gevonden. Ze sluiten qua vorm heel sterk aan bij de Atlantische wereld. In Vlaanderen zijn dergelijke deposities gevonden in de Schelde tussen Gent en Dendermonde, vooral rond Melle, Wichelen, Schellebelle en Schoonaarde, maar ook in de Dender of de Durme. Naar het einde van de late bronstijd neemt het aantal bronzen voorwerpen in rivieren af. Deze trend wordt vervangen door depots ( plaatsen van een hoeveelheid bronzen voorwerpen in de grond. Het zou ook bij deze vorm kunnen gaan om sociale competitie, al zijn andere interpretaties ook mogelijk, zoals schatten, bronsgieterdepots of rituele depots.
Het beeld van de krijger is echter nog steeds dominant. Zo zien we in Zuid-West Iberia steles met afbeeldingen van krijgers in volle wapenuitrusting.
Net als in Midden-Europa verandert de funeraire praktijk. Doden worden systematisch gecremeerd en begraven in vlakgraven (zonder monumenten dus) in grote grafvelden. Het beeld van zwervende erven en vaste grafvelden doet zich ook hier voor. Dit zorgt ervoor dat men soms een enorme hoeveelheid graven aantreft in deze grafvelden. Een voorbeeld hiervan is het gevonden grafveld van Temse, waar vermoedelijk meer dan 200 graven zijn aangetroffen. In vele gebieden lopen urnenvelden dan ook soms van de late bronstijd tot de vroege ijzertijd.