Menu

Aspecten van de maatschappij vijfde tot achtste eeuw

De sociale structuur werd door beide culturen beïnvloed. Germaanse en Gallo-Romeinse adel gingen in elkaar op. Daarnaast waren er vrije lieden en allerlei soorten horigen. De aanvankelijke slavernij werd afgeschaft door en onder het christendom, maar in wezen verschilden de horigheid en de slavernj weinig.

Via de communicatiemiddelen en organisatie verspreed het christendom zich, en hoewel het niet verdween, kende het niet veel diepgang onder de Germanen. De heidense godsdiensten (dit was een amalgaam) nam christelijke elementen op, maar de echte stap naar monotheïsme werd pas gezet met de stichting van de zogenaamde stammenrijken in de 6e eeuw, met als belangrijkste het Frankische Rijk.

Deze rijksvorming was het werk van Clodowech (Clovis). Hij breidde het rijk uit tot Zuid-Gallië, met Parijs als hoofdstad. Het rijk was een mengelmoes, en het stamhoofd/koning was gebonden aan de inspraak van vrije stamleden en het mondelinge gewoonterecht. Het idee van afstamming primeerde op de politieke entiteit (personaliteitsbeginsel i.p.v. territorialiteitsbeginsel). Na zijn dood werd het rijk verdeeld onder zijn vier zonen, de koninklijke macht was immers ook erfgoed. Dit zou de staatsvorming tot de 9e eeuw in de weg staan. Toch ontstonden twee gebieden: Neustrië (tussen Seine en Schelde) en Austrasië (het bekken van Maas en Rijn). Dagobert I (625-639) zette een politiek in om de Friezen te onderwerpen, om drie redenen: gebied veroveren (i.e. macht en rijkdom), Dorestad (een belangrijk handelscentrum) veroveren, de “tweede kerstening” doorvoeren (die was begonnen met Clovis).

De Merovingen trachtten aan te knopen bij concepten uit de Oudheid, maar verder dan schijn ging dat niet. Het innen van tollen en belastingen probeerden ze zo goed mogelijk te organiseren, maar het concept “staat” verdween, en de economie werd al snel een grondeconomie. Dit zou later aanleiding geven tot het leenstelsel.

Het beheer van de bezittingen werd overgelaten aan de hofmeiers, die in de 7e en 8e eeuw hun macht vergrootten. Die van Austrasië, de Pippiniden, werden de machtigste, ten koste van de Mervingische koningen en de andere hofmeiers. Pippijn I trad op tegen de Friezen, en Karel Martel stopte de Mohammedaanse opmars bij Poitiers in 732. Via het verkregen aanzien slaagde zijn zoon Pippijn III in een staatsgreep.

1.3

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen