Menu

Aristoteles (4e eeuw voor Christus)

  • Hij was een privé-leraar die zijn prinselijke leraar (Alexander de Grote) in alle wetenschappen moest inwijden en dit dan ook systematisch moest doen
  • Hij was veel minder een agitator dan Socrates of een dichter dan Plato, eerder een nuchtere, ongelooflijk onderlegde pedagoog die daardoor de grondslag heeft gelegd voor de filosofie als wetenschap en tegelijk voor de meeste takken van de westerse wetenschap à ‘de opvoeder van Europa’
  • Hij begon met een studie van de logica (het juiste denken) à hij stond veel dichter bij de natuurwetenschappelijke experimentele methode van de prestocratici uit huidige Turkije dan Socrates en Plato
  • Syllogisme = een logische redenering bestaande uit twee premissen (majorterm of hoofdstelling en de ondergeschikte minorterm) waaruit een conclusie afgeleid wordt

    - alle mensen zijn sterfelijk
    alle koningen zijn mensen
    dus: alle koningen zijn sterfelijk
  • De logica was de aanzet voor de leer van de categorieën à categorie = de verschillende opzichten waarin men het kan hebben over iets bestaande (zoals tijd, ruimte, kwantiteit, kwaliteit en substantie)
  • Met deze categorieënleer stapt hij over naar de metafysica à hier gaat het over dat wat na de fysica komt, de vragen die na de studie van de natuur (fysica) kunnen worden gesteld à belangrijk is het onderscheid tussen de stof (materie) en de vorm (geest, denken, idee, kracht, potentie) waaruit de werkelijkheid bestaat = de basis voor het onderscheid tussen het materialisme en het idealisme
  • In plaats van de materie als minderwaardig te verwerpen (Plato), zoekt Aristoteles naar de wisselwerking tussen stof en vorm à hij voert een hiërarchie in: bovenaan staat God, al de rest is een mengvorm van stof en vorm (zelfs in de zuivere stof zit de potentie of mogelijkheid om iets te worden)
  • Aristoteles’ indeling van de filosofie:
    - theoretische vakken: metafysica, mathematica, fysica, psychologie
    - praktische vakken: ethica, politiek, economie
    - poëtische vakken: techniek, esthetica, poëtica
  • Na de studie van de natuurwetenschappen (waarin nog lang een reeks vergissingen zijn blijven bestaan), werkt hij zijn mensvisie uit à de mens is een gemeenschapsdier (politiek beest), door zijn lichaam (voeding, voortplanting) met de planten- en dierenwereld verbonden + door zijn verstand wordt hij pas echt menselijk
    à op dit niveau van inzicht via het verstand, vinden we ook de belangrijkste deugden en de bron van zin of geluk
  • Aristoteles werkt Plato’s gedachtegoed uit ‘dat handelsactiviteiten of economie in het algemeen in dienst horen te staan van het ethisch goede leven’ = een inbeddingsrelatie à hij werkt dit uit door aan te geven dat het goede leven bestaat in het op de juiste manier ontwikkelen van ieders natuurlijke talenten, hiervoor heeft men ook materiële goederen nodig
  • Het zijn nu juist deugden zoals rechtvaardigheid en matigheid (frugaliteit) die een juist gebruik van die goederen garanderen à deze deugden voorkomen echter dat men zich eindeloos wil verrijken
  • Aristoteles heeft et dus over economie als:
    - de wetenschap van het op een moreel en politiek verantwoorde wijze produceren en consumeren
    + over chrematistiek of de kunst van het zich mateloos verrijken (economie dreigt steeds opnieuw te worden chrematistiek, waarbij zich dan telkens een ethische verruiming opdringt) à verhaal van koning Midas (goud)
  • Hij werkt dus in zijn ethiek de leer van de gulden middenweg uit à wil men inderdaad uitzicht krijgen op een juist handelen, dan komt het eropaan de extremen te vermijden en in alles realistisch te zijn
  • Hij is dus ook op politiek-maatschappelijk vlak burgerlijk gematigd: geen ideale staat nastreven vb., maar met bestaande middelen zo goed mogelijk trachten te regeren à hij verkoos de monarchie boven de tirannie, de aristocratie boven de oligarchie, de democratie boven de heerschappij van het gepeupel à hij neemt dus geen stelling, behalve in zijn vrees voor het extremisme van rechts of links
  • Het realisme van Aristoteles mag niet worden overdreven, tenslotte was hij ook beperkt door de stand van de wetenschap van zijn tijd en kon hij zich nooit helemaal losmaken van de ideeënleer van Plato of het politieke en sociale milieu waarin hij leefde
  • Dit leidde dan weer tot het in vraag stellen van de religieuze macht van de Roomse kerk, omdat de nadruk meer gelegd werd op het rationele denken dan op het irrationele denken à maar dit realisme heeft ook een gevaarlijke kant omdat het op alle terreinen het ongewone, creatieve bemoeilijkt à soms zijn extreme vormen van denken en handelen nodig om een stagnatie te doorbreken
  • Met Aristoteles’ gezonde verstand alleen zou de westerse beschaving een eerder saaie boel geworden zijn TOCH heeft zijn denken tot in de 17e en 18e eeuw de Europese wetenschap beïnvloedt (bijna alle vernieuwingen op filosofisch, wetenschappelijk en artistiek vlak zijn het product van een soms lange strijd tegen de heerschappij van deze Griekse filosoof)

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen