De industriële arbeider
Oorzaak IR = Boer-arbeider maakte plaats ruimen voor de beroepsarbeider
Aantrekkingskracht van de moderne industrie = De grote arbeidshonger maakte dat de risico’s eigen aan de industriële samenleving minimaal leken
Ruggengraat van de 19de-eeuwse mijnindustrie = Gekwalificeerde mijnwerkers krijgen een stamboom
> Door het samenbrengen van het loon konden alle gezinsleden een bepaalde mate van welvaart bereiken
Flexibele arbeidsinzet = Instroom van losse arbeiders die steunt op permanente instroom van nieuwe arbeid
Vb. Boerenmijnwerkers
Demografisch regime = Geïnitieerd door de industriële wereld
Waalse industrie = Door het ontoereikende lokale arbeidsaanbod werd de Waalse industrie in de loop van de 19de eeuw afhankelijk van regionale immigratie
Delokalisering en arbeidsmigratie = Vlaamse keuterboeren zijn gedwongen hun inkomensbron buiten de lokale gemeenschap te zoeken (Vooral op tijdelijke basis)
> Noord-Franse textielindustrie
Globalisering = Amerika kon goedkoop exporteren naar Europa dankzij een goedkoperen en snellere trans-Atlantische verbindingen
> Dit was een nadeel voor de Belgische landbouw en de overheid weigerde steun aan te bieden omdat dit nadelig zou zijn voor de industrie
> Agricultural invasion
De Franschmannen = Groepsnaam voor het kwantitatief belang van de Vlaamse seizoenarbeiders in Frankrijk