Geheugen voor visuele informatie
- Gepubliceerd in Psychologie
In veel gevallen lijkt het geheugen voor visuele informatie beter dan voor verbale informatie.
Een experiment van Shepard (1967) hield in het kort in dat de proefpersonen plaatjes voor zich kregen die ze 1 voor 1 moesten bestuderen en deze later terugherkennen, hetzelfde werd gedaan voor zinnen, en het bleek dat de proefpersonen veel minder fouten maakten in het herkennen van de plaatjes.
Het blijkt dus dat mensen een soort van interpretatie van de plaatjes onthouden, maar niet de exacte plaatje (gedetailleerd). Het is hierbij dus handig om een onderscheid te maken tussen de betekenis van een plaatje en de fysieke plaatje, net zoals bij een zin (verbale informatie). Zoals Wanner concludeerde dat de proefpersonen gevoelig waren voor betekenisveranderingen in de zinnen, zo hebben Mandler en Ritchey (1977) bewezen dat hetzelfde geldt voor plaatjes.
Wanneer mensen een plaatje zien, dan zijn ze geneigd om een significante interpretatie aan het plaatje te geven.