Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Taylorisme

Frederick Taylor was Amerikaanse machinebankwerker die opklom tot ploegbaas, die uit zijn frustrerende pogingen om productie ondergeschikten op te drijven, aantal lessen had getrokken.

Efficiëntie

  • Iedere taak moest in zijn afzonderlijke bestanddelen worden uiteengelegd en ‘geoptimaliseerd’
  • Er werd voor iedere arbeidstaak nagegaan wat de snelste werkwijze was, zodat meest efficiënte werkwijze overbleef
  • Tenslotte arbeiders aangeleerd/verplicht om arbeidstaak op optimale manier uit te voeren.

Rationaliteit

  • Taylor dacht dat hij alle partijen bevredigde, iedereen zou er wel bij varen
  • Taylorisme lag in de lijn van logica van fabriek zelf, arbeiders moeten zich aanpassen aan een hen opgelegd werkritme

Lees meer...

De fabriek

Aparte economische sfeer waarover Polanyi sprak kwam tot stand in handel.
Maar de echte verzelfstandiging van economisch systeem pas vanaf industriële revolutie, met komst van fabriek.

Arbeidsdiscipline

In fabriek gebruikt men energie en machines. Met stoommachine als energiebron wordt machinerie in werking gesteld.
 Productie wordt op heel andere manier georganiseerd dan daarvoor.
 Machine bepaalt werktempo!
 Arbeiders moeten zich aanpassen aan nieuwe werkritme

Om arbeiders in dit werkritme te dwingen; allerlei middelen

  • Geldboetes
  • Wetgeving
  • Laag loon
    (zodat ze goed moesten werken om in onderhoud te kunnen voorzien)
Lees meer...

Zuiver economische handelen modern

‘Zuiver’ economisch handelen bestond niet in premoderne samenlevingen!

 economische motieven (Bv. winstmaximalisatie) werden sterk
getemperd door andere motieven

  • Winsten of voorraden werden feestelijk verspild
  • Op arbeid werd neergekeken
  • Financiële transacties stonden in kwaad daglicht
  • Middeleeuwen: uitlenen geld tegen interest = zware zonde!

Voorbeeld: Poolse aristocraten
Economic Theory of the Feudal System van Witold Kula

  • Wetten klassieke economie gelden daar niet
    Als prijs rogge steeg, daalde productie
    Als prijs daalde, steeg de productie
  • Waren niet geïnteresseerd in toename winst, maar in stabiliteit van inkomen

Geleidelijke ontstaan van ‘vrije markt’ in Westen heeft dit veranderd:

  • Er ontstond economische sfeer die sterk afgebakend was van samenleving
  • Eerst in vorm van handelskapitalisme, later breidde economische sfeer zich uit tot productiesfeer
  • Manufactuurkapitalisme (17e-18e eeuw) en later industrieel kapitalisme (19e-20e eeuw) ontstonden

Gevolgen:

  • Doordat geen enkele samenleving kan bestaan zonder “materiële reproductie”, gingen alle andere domeinen van maatschappelijk leven afhangen van economisch systeem.
  • Economie werd dominant
Lees meer...

De vereconomiseerde samenleving

Onderscheidt andere samenlevingen  geïndustrialiseerde samenleving

= dominante positie economie in geïndustrialiseerde samenleving

The Great Transformation (Karl Polanyi)
Toonde aan dat in alle pre-industriële samenlevingen het economisch leven sterk verweven was met andere dimensies van het leven (religieuze, politieke, sociale).


 Er bestonden ingewikkelde sociale en politieke verhoudingen tussen
lijfeigene en heer, en deze speelden altijd een rol, ook tijdens
economische transacties.

Lees meer...

Sociologische interpretaties

Sommige psycholigsche mechanismen als overdracht, projectie of stereotiep denken kunnen universeel genoemd worden.  behoren tot menselijke natuur.

Om te begrijpen welke sociale processen er spelen bij concrete vormen van discriminatie, moeten we sociologische verklaringen aanvoeren.
Hier: Sociologische verklaringen van een algemeen karakter.

Algemene factoren

  • Etnocentrisme
    = interpreteren van elementen uit andere culturen in termen van eigen
    opvattingen en waarden, en het beschouwen van andere culturen als
    vreemdsoortig en minderwaardig
     zeer veel etnische conflicten werden/worden door etnocentrisch denken
    versterkt of in het leven geroepen.
  • Sociale sluiting
    = het in stand houden van groepsgrenzen door zich af te sluiten van anderen.
    Vaak door bepaalde ongeschreven regels: niet buiten gemeenschap
    huwen, sociale of economische relaties met andere vermijden,
    afgezonderd blijven wonen in eigen kring
  • Ongelijke verdeling van middelen
    = kan geschieden op veel verschillende manieren
    Bv. militaire overheersing, pure economische overheersing, …

    Etnische sociale sluiting komt altijd neer op het beschermen van geprivilegieerde positie van dominante groep!!

Lees meer...

De houding van meerderheidsgroepen

Vroeg aangeleerde houdingen blijven in volwassen leven een belangrijke rol spelen.

  • Zwarten voelen zich van jongsaf inferieur, geraken negatieve zelfgevoelens moeilijk kwijt
  • Blanken voelen zich soms ongemakkelijk in nabij zijn van zwarten of kleurlingen, ook al vinden zij zichzelf niet bevooroordeeld en geven ze zich niet over aan discriminerende praktijken.

Pag. 218 bovenaan hebben we zeker en vast niet besproken.

Lees meer...

Etniciteit en kindertijd

(niet echt besproken in les, maar heeft niet gezegd dat je het niet moet kennen)


Veel onderzoek naar ontwikkelingen van houdingen tegenover etnische groepen in kindertijd. Driejarige kinderen zijn zich reeds bewust van verschillen tussen blanken en zwarten. Passen bijgevolg hun houding aan.

Studie omgaan met poppen
 Zowel blanke als zwarte kinderen spelen liever met blanke poppen

 Zwarte kinderen schatten zichzelf soms in als blank


Conclusie: Hieruit blijkt de vanzelfsprekendheid in onze maatschappij dan ‘blank’ verbonden is met positief, zuiver en goed en zwart eerder negatief.

Lees meer...

De autoritaire persoonlijkheid

Onderzoek: Authoritarian Personality – Theodor Adorno

Kern: Mensen met autoritaire opvoeding bevoordeeld of niet?

  • Ze ontwikkelden verschillende schalen, ieder voor ander levensdomein, om mate van bevooroordeeld denken te meten.
  • Respondenten moesten antwoorden of dat ze al of niet eens waren met voorgelegde rigide stellingen over joden en andere minderheden.
    • Mensen die bevooroordeeld waren volgens één schaal, in algemeen dat ook waren voor andere schalen

Conclusie:

  • Mensen met ‘autoritaire persoonlijkheid’ rigidere opvattingen hadden, dat zij onderdaniger/slaafs waren ten aanzien van mensen die zij beschouwen als hun superieuren, en baziger ten aanzien van mensen die ze als inferieur

beschouwen.

  • Ze bleken ook erg tolerant te zijn in hun seksuele en religieuze attitudes.

Adorno’s vaststelling:

Kenmerken van autoritaire persoonlijkheid komt voort uit opvoedingspatroon waarbij ouders geen directe affectie en liefde tonen aan kinderen, maar afstandelijk en gedisciplineerd blijven.
 Eenmaal volwassen zal het kind geplaagd worden door onverwerkte angsten, die
hij enkel kan controleren door keurslijf van rigide attitudes aan te meten.

(Pag.216 staan twee voorbeelden van stellingen)
De meerderheid van diegenen die het eens waren met de eerste uitspraak, waren het ook eens met de tweede.

 De stereotype opvatting over ‘de jood’ fungeert als een verzamelnaam voor alles
wat men afwijst, ook al gaat het om onderling tegenstrijdige zaken.

Kritiek op Adorno’s Onderzoek

  • Twijfel i.v.m. betrouwbaarheid schaal
  • Autoritaire houding geen persoonlijkheidskenmerk, maar weerspiegelt waarden en normen van bepaalde subcultuur in maatschappij

Bevestiging van Adorno’s onderzoek

  • Eugene Hartley: Onderzoek naar houdingen tegenover 35 minderheden vast dat individuen met een negatieve houding tegenover leden van één minderheid zeer vaak ook negatieve verhoudingen aannamen tegenover leden van andere minderheidsgroepen.
    Opm. Denk ook aan verzinsel Pireneërs en Danireërs. (pag.217)

Hoe verklaren van Jodenhaat in ’30?

Men schrijft dit toe aan geschiedenis Duitse Keizerrijk
 Zeer starre hiërarchische verhoudingen in alle sociale instituties
 Als je in zulke toestand opgegroeid wordt dan krijg je neiging om naar die
starre duidelijkheid terug te grijpen, aangezien je jarenlang orders
gehoorzaamd hebt

Bijgevolg:
Gemakkelijker om één groep de schuld te geven en dit ook aan te nemen.

Waarom Nazisme in Duitsland?
Autoritaire persoon

  • Houdt niet van twijfel
  • Wil houvast, zekerheid
  • Geen ambivalentie

Lees meer...

Stereotypen en zondebokken

Wanneer spreek je van stereotype?

Veel vooroordelen zijn gebaseerd op stereotiepe redeneringen…
 Ieder denken is gebaseerd op categorieën waarmee we onze ervaringen indelen
Maar soms zijn deze categorieën ongegrond en zeer star
Men wenst dit niet te veranderen zelfs als men weet dat niet alle individuen zo
zijn, men corrigeert stereotypen niet.

Stereotypen kunnen zowel schadelijk als onschadelijk zijn:

 Onschadelijk
: emotioneel tamelijk neutraal en raken belangen van betrokkenen niet
Bv. opvattingen van Nederlanders over Belgen en omgekeerd

 Schadelijk
: stereotypes die verweven raken met gevoelens van angst
 stereotypes krijgen hatelijke, vijandige inhoud

Stereotypering gaat vaak gepaard met psychologische mechanisme van overdracht:

Ongenoegens worden gericht tegen objecten die nochtans niet aan de oorsprong liggen van beleefde angstgevoelens.

Belangrijk verschil tussen angst en vrees
= angst: je weet niet waarom maar je voelt je helemaal niet goed, altijd onbestemd
= vrees: je weet precies wat er gaat gebeuren, altijd concreet


Bij overdracht zal er een overdracht zijn van dat onbestemde naar dat concrete. Denk bv. aan iets dat in middeleeuwen gebeurde en waarvan oude vrouwtje aan de rand van het dorp schuld van kreeg (heks).

Al hun ongenoegen afwerpen op zondebok.
= krijgen de schuld van alles wat hen dwars zit, hoewel zij er evenmin aan kunnen
verhelpen
= vaak individuen die

Verschijnsel zondebok komt vaak voor in gedepriveerde (vaak etnische) groepen die met elkaar in competitie treden voor het verwerven van economische beloningen.

Zondebokmechanisme steunt op overdracht, maar ook op projectie:

Het onbewust toeschrijven van eigen wensen of kenmerken aan anderen.

  • Situaties waarin individuen gefrustreerd worden, waarin ze erg moeten beheersen zijn ze vaak niet in staat eigen gevoelens te herkennen.
     Deze worden geprojecteerd op anderen.
  • Vaak weerspiegelt het beeld dat men van anderen heeft meer zichzelf dan de ander.
    Bv. Bizarre opvattingen die onder blanken leefden dat zwarten van lust overliepen, waarschijnlijk eigen seksuele frustraties.

Lees meer...

Etnische tegenstellingen, vooroordelen en discriminatie

Verschil vooroordeel  discriminatie


 Vooroordeel
: verwijst naar opvattingen en attitudes die leden van groep hebben over een andere
groep
: deze opvattingen die zowel positief als negatief kunnen zijn, zijn vaak gebaseerd op
‘horen zeggen’

 Discriminatie
: verwijst naar gedrag, dus naar een feitelijke achterstelling van leden van een
andere groep, Bv. op arbeidsmarkt.
: bepaalde groepen of individuen uitsluiten

Belangrijk: Mensen kunnen bevoordeeld zijn, zonder hen te discrimineren.
Maar ook omgekeerd kunnen mensen discrimineren zonder vooroordelen
te hebben. Denk aan: Blanke die huis wil kopen in buurt waar veel zwarten woont, maar dit niet doet, niet omdat hij vooroordelen heeft, maar omdat hij weet dat het huis in waarde zal dalen, weet dat dit het geval is met huizen in zulke buurten.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen