Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Sneeuwbalsteekproef

  • Dit is een belangrijk type niet-probabilistische steekproef voor criminologisch onderzoek. Men begint met een aantal benaderbare respondenten, na het interview worden deze respondenten gevraagd andere respondenten aan te brengen die op hun beurt weer nieuwe respondenten aanbrengen etc.

  • Het gaat hier om een moeilijk te traceren populatie waarbij respondenten werven lastig is en waarbij referentie van eerder geïnterviewden een overtuigende factor kan zijn.
  • Deze methode is echter gevoelig voor de keuze van startpersoon. Bij een beperkte kennissenkring met weinig vertrouwen, zal het onderzoek snel stuklopen.
  • De methode gaat uit van verschillende subgroepen binnen de populatie met voldoende vertakkingen om dekking te geven over de hele populatie. In zijn algemeenheid wordt aanbevolen om met een aantal zo verschillend mogelijke startpersonen te beginnen.
  • Ten opzicht van klassiek, probabilistische vormen van steekproeftrekking heeft deze methode 2 nadelen:
    • Personen met een groot netwerk hebben een grotere kans om in de steekproef terecht te komen. Eenzame personen zijn ondervertegenwoordigd.
    • Ten tweede zullen respondenten waarschijnlijk op elkaar lijken aangezien de ene de andere aanbrengt voor het onderzoek. Clustereffecten treden zo op, dit vertekent de steekproef in de richting van de oorspronkelijke aanbrengers.
      • Response driven sampling houdt in dat de proefpersoon een vergoeding onvangt bij het aanbrengen van een nieuwe persoon.
      • Target sampling is de geografisch evariant van een combinatie van quota en purposive sampling; alle bekende targets vormen de etnografische kaart. Op elke plek wordt telkens een deel van de aanwezige proefpersonen ondervraagt.

Lees meer...

Quatasteekproef

Bij een quotasteekproef wordt geprobeerd om een aantal van de nadelen van de convenience sample te vermijden. In een quota sample deelt de onderzoeker de populatie voor zover bekend eerst in op een aantal kenmerken.

  • De onderzoeker probeert dan vervolgens de steekproef zo te trekken dat de verhouding mannen - vrouwen in de steekproef en de verhouding jong - oud in de steekproef overeenstemt met die zoals in de populatie verondersteld.
  • Merk op dat het streven bij quate sampling lijkt op dat bij gestratificeerd steekproeftrekken. De wijze waarop dat gebeurt is echter veel minder strak en rigoureus dan die bij een gestratificeerde steekproeftrekking. De quota sample wordt dan ook niet beschouwd als een steekproef van waaruit men mag generaliseren naar de populatie.

Lees meer...

Convenience-steekproef

  • Convenience sample ofwel, accidental sample, availability sample of haphazard sample. Het komt neer op eenvoudigweg steekproefleden selecteren omdat zij makkelijk te vinden zijn of beschikbaar zijn.

    • Om te zorgen dat het onderzoek representativiteit behoudt is het van belang precies de wervingsmethode te beschrijven en daaruit beredeneerde utispraken te doen over de bredere geldigheid van de resultaten.

    • In sommige situaties is een representatieve steekproef bijv. helemaal niet nodig; vragenlijst uittesten, voorstudie uitvoeren of een exploratieve studie doen.
Lees meer...

Gestratificeerde steekproef

Vele populaties zijn heterogeen. Niet alle leden van de populatie hebben dus dezelfde kenmerken en deze kenmerken zijn niet allen gelijkmatig verdeeld. Als de steekproef niet erg groot is, is er zelfs een kans dat minder vaak voorkomende delicten nauwelijks vertegenwoordigt zijn – een oplossing is een gestratificeerde steekproef (stratum = laag).

  • Als alle lagen van een populatie niet even groot zijn kan men garanderen dat zij wel goed vertegenwoordigd zijn door niet over de lagen heen ‘plat’ een steekproef te trekken, maar binnen elke laag die steekproef te trekken. Dit kan op 2 manieren:
  • Een eerste is om dit proportioneel te doen. Bij een steekproef van 100 verdachten dient de juist verhouding gegarandeerd te worden. Dus bij 15% vrouw, 85% man, gaat het om 15 V vs. 85M bij een 100N steekproef.
  • Disproportioneel kan ook – er wordt dan een random steekproef uit de populatie M getrokken en een random steekproef uit V, er is dan dezelfde uitsplitsing gemaakt en er kan op hetzelfde niveau van detaillering uitspraken gedaan worden. ->
    • Om uitspraken over de hele populatie te doen moeten de resultaten teruggewogen worden.
Lees meer...

Systematische steekproef

Deze steekproef is systematisch in het trekken. Iedere keer wordt de k-de respondent of analyse eenheid geselecteerd. Hoe valt hiervoor te garanderen dat ieder lid van de populatie een gelijke kans heeft in de populatie terecht te komen?

  • Als startpunt van de systematische trekking moet een random startpunt worden genomen (random start / random seed)
  • Steekproefelementen moeten geen periodiciteit van dezelfde frequentie als het interval hebben. -> het is dus van belang om telkens van geval tot geval te kijken of er niet een bepaalde periodiciteit in de geordende steekproefelementen meeloopt, die maakt dat toch alleen een bepaald, mogelijk select deel van de populatie in de steekproef terecht komt.

Lees meer...

Random steekproef

  • De eerste soort probability sample is de random steekproef, ook wel bekend als de simple random sample. (aselecte steekproef) -> alle leden van een populatie vormen het steekproefkader.

  • Dergelijke platte steekproeven komt men nauwelijks tegen. Onderzoekers zijn namelijk beducht voor heterogeniteit van de populatie. Als alles afhangt van het toeval is het mogelijk dat de verdeling van de steekproef anders is dan de populatie-> sampling error.
Lees meer...

Effecten onderzoek in interactie met respondent

Constructvaliditeit kan in het gedrag komen door fouten die in de interactie tussen de onderzoeker en de onderzochte optreden.

  • Zo kan de onderzoeker;
    • Uit vooroordeel, sociale wenselijkheid of onkunde de respondent verkeerd beoordelen.
    • Ook kan het voorkomen dat de onderzoeker als model voor de respondent gaat fungeren, de zgn. modelling effects.
    • De belangrijkste bedreiger is het Pygmalion-effect, of proefleidersverwachtingseffect. Respondenten gaan zich dan conform de verwachting gedragen. Dit is een reden om dubbelblind te testen.
      • Zowel de respondent als de onderzoeker weten bij dubbelblind niet wie de echte interventie en wie de placebo interventie krijgt.

Lees meer...

Respondentrollen

In reactie op het onderzocht worden kunnen respondenten onnatuurlijk gedrag vertonen. Ze kunnen zich:
o Negatief opstellen
o Proberen een voorbeeldig proefpersoon te zijn
o Een handje proberen te helpen door in de richting van de veronderstelde hypothese te antwoorden
o Ontwijkend of verhullend gedrag vertonen.

Lees meer...

Sociale wenselijkheid

Idealiter zouden we unobtrusive willen meten, als respondenten namelijk weten dat ze onderzocht worden gaan ze sociaal wenselijk gedrag vertonen. Echter, als een respondent onvolledig is ingelicht over het doel van een onderzoek, maakt dit het onderzoek strijdig met ethische regels. – Men kan proberen om vertekening door sociale wenselijkheid te verminderen

  • Door het uiterlijk van de antwoordmogelijheden te veranderen
  • Door afscherming van de respondent ten opzichte van de interviewer.

Lees meer...

Antwoordtendenties

Met antwoordtendenties wordt bedoeld de neiging die sommige respondenten hebben om vragen niet te beantwoorden naar waarheid maar op grond van een ander criterium. De bekendste antwoordtendentie is de neiging to het gemiddelde.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen