Bereken de warmtecapaciteit van het bakje als verder gegeven is dat er zich 250 g water in bevindt.
- Gepubliceerd in Mechanica
250 x 4,2 = 1.050. 1.200 – 1.050 = 150 J K-1.
250 x 4,2 = 1.050. 1.200 – 1.050 = 150 J K-1.
300 x 0,38 x (100 – t) = 1.200 x (t – 20)
114 x (100 – t) = 1.200 x (t – 20)
11.400 - 114t = 1.200t - 24.000
11.400 + 24.000 = 1.200t + 114t
35.400 = 1314t
26,9 = t.
De eindtemperatuur is 26,9 oC.
Omdat een thermometer uit verschillende stoffen bestaat (glas, kwik, etc.), kan er niet één soortelijke warmte voor gegeven worden.
Een kleine warmtecapaciteit, want hierdoor verandert de temperatuur die gemeten moet worden het minst.
Doordat de thermometer warmte opneemt, daalt de temperatuur van de koffie een beetje.
Dus de thermometer geeft eigenlijk een te lage temperatuur aan.
De koffie staat warmte af en de thermometer neemt warmte op.
80 liter water weegt 80 kg. De vergelijking Qop = Qaf luidt dan:
80 x 4.200 x (36 – 15) = m x 4.200 x (70 – 36)
80 x 21 = m x 34
1680 = m x 34
49,4 = m.
Er moet dan 49,4 liter water van 70 oC aan worden toegevoegd.
Het blokje koper in de calorimeter.
Het water en de calorimeter.
Er kan warmte-uitwisseling zijn met de omgeving of de hoeveelheden water zijn niet exact gelijk.