Menu

Item gefilterd op datum: december 2012

Gevolgen van wansprestatie

= wat kan je doen wanneer afspraken niet worden nageleefd?

Er is een verschil tussen 2 zaken namelijk contractuele wanprestaties en buitencontractuele wanprestaties. Wij gaan kijken naar de contractuele wanprestaties, waarbij ook nog een onderscheiding moet worden gemaakt:

  • resultaatsverbintenis: makkelijk te bepalen wanneer er contractbreuk is namelijk als het resultaat niet is bereikt
  • middelenverbintenis: hierbij wordt het al veel moeilijk, want hoe ga je aantonen dat iemand niet alles eraan heeft gedaan in zijn kunnen?

Na deze vaststelling gaan er stappen worden ondernomen:

  • aanmaning (=andere partij op de hoogte brengen dmve. brief (best aangetekend))
    • aanmaning is niet noodzakelijk in bepaalde gevallen zoals bij telefooncontracten, waarbij partij kan worden aangesteld voor laattijdige betaling zonder aanmaning = automatisch in gebreken gesteld worden
  • op het moment dat de partij de brief heeft ontvangen begint het termijn te lopen, aangezien de partij nu op de hoogte is van zijn aansprakelijkheid voor contractuele fouten. Wanneer hij er niet op reageert zijn er dus nalatigdheidsinteresten, en die starten vanaf het moment van aanmaning
  • na de aanmaning kan de SA gaan dagvaarden via deurwaarder of aangetekende brief en is er effectief sprake van een contractuele wanprestatie

Wanneer de SA zich wilt bevrijden van de verbintenis kan dit door aanvragen van overmacht: het ging buiten mijn wil om en dus is verwijting onmogelijk.

  • de SA moet niet meer presteren en er is geen sanctie
  • maar het onderzoeken of overmacht een terecht feit is is erg moeilijk bv: je vlucht wordt gecancelled en je mist een super belangrijke business deal, kan je BrusAirlines aansprakkelijk stellen voor dit verlies? Als ze niet alles eraan hebben gedaan om jou naar je bestemming te krijgen in principe wel, maar als het buitencontractuele aansprakelijkheid was kunnen zij er niks aan doen
  • was Pukkelpop overmacht? Op de dag van de storm kan je zeggen dat de resultatenverbintenis door overmacht niet door kon gaan (de groepen konden die dag niet optreden) maar hadden ze de dag erna alles eraan kunnen doen op een podium te maken en tenten op te zetten (middelen)?

Wat kan de SE in zo’n geval doen?

  • overeenkomst bij een rechter afdwingen
  • Enac inroepen: dit is een tijdelijk verweermiddel waarbij de SE ook zijn overeenkomsten niet meer nakomt (bv: aannemer komt niet meer, dus ik betaal hem ook niet meer) en dit gebeurt zonder rechtelijke tussenkomst. Enac is geen contractbreuk want het is gewoon uitstel van betaling
  • Als enac niet werkt ga je beroep doen bij een rechter:
    • gedwongen uitvoering:
      • uitvoering in natura: presteren wat er gepresteerd moet worden
      • uitvoering in equivalent: schadevergoeding die compensatoir is (vervangend) of moratoir( een schadevergoeding voor de vertraging)
      • uitvoering op kosten vd SA (bv: nieuwe loodgieter aannemen en zeggen dat hij bij de wangepresteerde aannemer zijn geld moet gaan vragen)
      • dwangsom: elke dag dat de schuldenaar niet presteert moet hij betallen (deze manier wordt vaak gebruikt in situaties waar inkomsten worden misgelopen doordat iets nog niet af is en gaat over heeele hoge bedragen)
      • ontbinding van de overeenkomst ≠ nietigheid!
        • ontbinding zegt dat er geen geldigheid meer is, en dus geen verplichting meer om te betalen
        • dit wordt gedaan opdat er met een andere partij verder kan worden gegaan
        • er is geen tussenkomst van de RB nodig als de overeenkomst tot ontbinding tussen beide partijen ontstaat

Lees meer...

Werking/Relativiteit van de overeenkomst

Principe: overeenkomsten zijn relatief ze gelden alleen tussen partijen (SA-SE) waardoor derden nooit rechten of plichten door een overeenkomst hebben. Uitzonderingen:

  • derdenbeding of beding ten behoeve van een derde: clausule ten voordele van een 3e waarbij iemand die vreemd is aan de overeenkomst wordt bevoordeeld bv: levensverzekering
  • rechtstreekse vordering:

schuldenaar (A)  schuldenaar (B)  schuldeiser (C)

bv: er is een autoongeval. Verzekering C mag ineens slachtoffer A gaan betalen ipv eerst geld van C naar B te sturen en dan van B naar A

Principe: tegenstelbaarheid  derden moeten rekening houden met het bestaan van en de gevolgen van een overeenkomst maar ze kunne niet meewerken aan de uitvoering van de overeenkomst. Uitzondering:

  • Pauliaanse vordering: de SE kan rechtstreeks bij een niet-contracts partij aankloppen. Dit gebeurt in de situatie dat de SA handelingen heeft gesteld met de bedoeling om de SE bedrieglijk te benaderen

bv: er is een hele grote schuldenberg: de SA schenkt al zijn goederen aan een goed doel, om gewoon te kunnen vermijden dat de SE er aanspraak op kan maken  hierop is optreden een mogelijkheid

Lees meer...

Niet strijdig met het dwingend recht

bv: in het contract staat dat er 3 maanden vooropzeg is van de huur maar er is een dwingende norm waarin staat dat er 1 jaar vooropzeg moet zijn waardoor de dwingende dus geldt

bv: er staat in een arbeidsovereenkomst dat persoon onmiddellijk ontslagen kan worden, dit kan absoluut niet

f. Sanctionering

Nietigheid:

  • als er niet is voldaan aan alle 5 geldigheidsvoorwaarden
  • wordt uitgesproken door de rechter ex tunc = retroactiefdwz: werkt terug tot op de dag van het sluiten van de overeenkomst
    • volledige teruggave is verplicht: alle gevolgen moeten hersteld worden zoals het voorheen was
    • bv: je hebt een schilderij gekocht die van een andere kunstenaar bleek te zijn -> het schilderij wordt terug gegeven en jij krijgt je geld terug
  • absolute nietigheid:
    • normen van openbare orde zijn geschonden
    • kan door de rechter worden ingeroepen
    • kan door elke belanghebende worden ingeroepen
    • de nietigheid kan nooit gedekt worden
    • bv: verkoopovereenkomst om wapens te leveren in een oorlogsgebied waar een embargo geldt
  • relatieve nietigheid:
    • bij de bescherming van privébelangen
    • kan alleen ingeroepen worden door de belanghebbende persoon
    • kan niet spontaan door de rechter worden ingeroepen
    • wanneer de reden van de nietigheid wordt weggenomen, kan de rechtshandeling toch wel bekrachtigd worden
    • bv: een minderjarige die een huurovereenkomst sluit

g. Grondbeginselen (4)

1. Wilsautonomie

= in principe is elkeen vrij om al dan niet te contracteren met wie hij wil, aan de voorwaarden die hij wil (inhoud) en op de wijze waarop hij wil (vorm). Hier zijn enkele beperkingen op:

  • dwingende wetsbepalingen (eisen dat een gebrek in een gekocht product binnen de 2u gemeld moet worden is een onredelijk kort termijn)
  • bepalingen van openbare orde en goede zeden (recht om vrij te huwen kan nooit beperkt of ontnomen worden)
  • bedrog of oneerlijkheden

2. Consensualisme

= wil der partijen om iets samen af te spreken is al voldoende (vormvrij, zijn geen geschriften vereist) met uizonderingen:

  • formele contracten zijn voor sommige verbintenissen vormvereisten
  • zakelijke contracten waarbij de totstandkomin van de overeenkomst afhankelijk is van de afgifte van een bepaald goed

3. Bindende kracht van overeenkomst

= de overeenkomst is bindend voor de partijen die ze zijn aangegaan omdat (2). De uitvoering is:

  • op de plaats, tijdstap en wijze die in de overeenkomst is bepaald
  • moet niet persé door de SA zelf gebeuren, tenzij het een intuitu personae overeenkomst is
  • de uitvoering is in handen van de SE, dus hij heeft steeds de verplichting om op zoek te geen naar de SA

4. Goede trouw

= contractpartijen moeten bij de uitvoering van overeenkomsten ter goeder trouw handelen, een partij mag niks doen om de uitvoering moeilijk te maken of om gebruik te maken van contractrechten (art.1134BS)

In de precontractuele fase moet er al worden nagedacht over dit feit, en wanneer er betwist is moet er met de algemene zorgvuldigheidsnorm rekening worden gehouden.

= verbod op rechtsmisbruik

Lees meer...

Handelingsbekwaamheid

  • elke natuurlijke persoon is handelingsbekwaam waardoor rechten en plichten kunnen worden uitgeoefend zonder tussenkomst van derden
  • onbekwaamheid kan door de rechter worden vastgesteld (minderjarigen, krankzinnigen,..)
  • Het voorwerp van het geven, doen of laten is de verbintenis zelf
  • dit moet mogelijk zijn, geoorloofd zijn en voldoende bepaald of bepaalbaar
  • Het motief is de doorslaggevende beweegreden van de rechtshandeling
  • kan de wederkerige verbintenis zijn waarbij de prestatie van de ene partij de oorzaak is van de andere partij
  • Problemen tereden op als:
    • er geen oorzaak is bv: je hebt geld op het verkeerde rekening nummer gestort
    • het niet geoorloofd is: het is in strijd met openbare orde of goede zeden bv: zaken kopen om een terroristische aanslag te plegen
Lees meer...

Wanneer is er geen vrije wil?

  • Wilsgebreken: de wil van 1 van de partijen is aangetats door een gebrek waardoor de wilsverklaring van de geschaaddepartij berust op verkeerde gegevens en de betrokkene zou de verbintenis niet zijn aangegaan als hij wel goed geïnformeerd was of voldoende vrij was geweest
    • dwaling: je had een verkeerde voorstelling van de zaken of je het een vergissing gemaakt als je de juiste toelichting had gehad, had je rechtshandeling niet gesteld. Omdat het gemakkelijk is om op deze manier elke zaak aan te kaarten wordt er uitgegaan van 2 voorwaarden:
      • het was een dwaling over een essentieel onderdeel van het contract (wat vaak gebeurt bij contracten intuiti personae)
      • moet verschoonbaar zijn: zou een normale mens dezelfde fout kunnen maken? Deze normale mens wordt ook wel gesitueerd binnen dezelfde leefomgeving (een student vergelijken met een andere student, een ouder met een andere ouder,..)
    • bedrog: er zijn dingen verzwegen. Hierbij werd er dus een dwaling met opzet veroorzaakt, en deze kan gaan over essentiele elementen maar ook over bijkomende kenmerken. Voorwaarden:
      • bedrog moet opzettelijk zijn
      • het bedrog moet bepalend/doorslaggevend zijn in het maken van een keuze of binden aan een contract
      • hoeft niet verschoonbaar te zijn
      • overdrijving≠bedrog! bv: Dovy Keukens: was dit reclamespotje overdrijving of bedrog?

Sancties kunnen inhouden: relatieve nietigheid van de overeenkomst en/of een bijkomende schadevergoeding

  • geweld: wordt maar heel zelden aanvaard. Iemand is hierbij moreel of fysiek gedwongen om een toestemming te geven. Voorwaarden:
    • geweld moet doorslaggevend zijn
    • geweld moet op een redelijk mens ook indruk maken (verschoonbaar?)
    • er moet een onmiddelijke vrees voor een aanzienlijk kwaad ontstaan
    • het geweld moet onrechtmatig zijn

bv: topman Belgacom kijkt naar kinderpornosites en de werkgever heeft dit gezien. Bij het ontslag van de topman had hij normaal hele grote sommen geld moeten krijgen, maar de WG heeft een ander voorstel: onderteken dit contract en je krijgt 20 000 euro en we zwijgen hierover, als je niet tekent zeggen we alles aan je vrouw en brengen we het uit naar de media. In alle paniek tekent de topman: was dit geweld? In feite wel, maar voor de RB niet, omdat deze topman een slimme mens is

  • Benadeling: dit is niet gelijk een wilsgebrek omdar de partijen in vrije wil en in volle bewustzijn de overeenkomst hebben gesloten. Hier ondervindt 1 persoon een geldelijk nadeel. Voor de RB zal dit geen reden zijn tot ontbinding, want getekend is getekend.

Lees meer...

Geldigheidsvereisten Vrije wil

  • Toestemming: de partijen hebben de bedoeling om zich te verbinden
  • Volwaardige wil: de partijen hebben oprecht de bedoeling om juridische verhoudingen en rechtsgevolgen tot stand te brengen (≠ gentlemen’s agreement= een mondelingen overeenkomst zonder rechtsgevolgen waar wordt uitgegaan van de goede wil van de mens)
  • Wilsovereenstemming

Lees meer...

Wat gebeurt er vóór het afsluiten van het contract?

  • er is nog geen juridische verbintenis tijdens het voorstellen of het wijzigen van het contract
  • bij misbruik kan echt wel precontractuele aansprakelijkheid in worden geroepen bv: onjuiste informatie, wederpartij heeft kosten gemaakt maar het contract wordt uiteindelijk niet afgesloten
Lees meer...

Totstandkoming van overeenkomsten

1. Er moet overeenstemming zijn van aanbod en aanvaarding

  • aanbod: een partij formuleert een concreet voorstel dat alle noodzakelijke elementen bevat van de overeenkomst
    • deze is bindend voor de partij van wie het uitgaat
    • intrekken van het aanbod is mogelijk wanneer het gaat over 1 goed
    • intrekken van het aanbod van een soortgoederen is niet volledig mogelijk omdat het aanbod gedurende een bepaald termijn voledoende in voorraad moet zijn
    • er kan een tegenvoorstel worden ingediend waar bijkomende of nieuwe voorwaarden in staan
  • aanvaarding: er is akkoord van de wederpartij
    • expliciet: uitdrukkelijke instemming, ondertekenen
    • impliciet: wanneer de aanvaarding kan afgeleid worden uit de handelingen

Lees meer...

Soorten overeenkomsten

  • benoemde overeenkomsten: staan in de wet om zo de zwakkere partijen te beschermen bv: huurcontracten
  • onbenoemde overeenkomsten: staan niet in de wet, waardoor partijen vrij zijn in het bepalen van de voorwaarde bv: sponsorcontract
  • consensuele overeenkomsten: er is een wil tussen de partijen die geldt als overeenkomst, waarbij geen geschrift vereist is bv: betalen voor cinema (waarbij geschrift het ticketje is)
  • formele overeenkomsten: overeenkomst moet voldoen aan bepaalde vormvereisten, waarbij als deze niet nageleefd worden er ook geen overeenkomst is bv: huwelijk, hypotheek, schenking
  • typecontracten: contracten die vooraf worden opgesteld voor een onbepaald aantal mensen. Ze worden zonder onderhandelingen opgesteld en vanaf het moment dat het wederpartij er akkoord mee gaat, wordt het een overeenkomst bv: verzekeringsoverkomensten, standaardcontracten
  • toetredingscontracten: er is 1 partij met de monopolie, dwz die alles eenzijdig oplegt, en de andere partij niet kan onderhandelen over de voorwaarden. Hier is echter wel gevaar voor misbruik bv: telefoonrekening, electriciteitsrekening, …
  • overeenkomst onder bezwarende titel: er is een gelijkwaardige verbintenis voor beide partijen bv: verkoper geeft de auto, de koper geeft het geld (win-win)
  • overeenkomst on niet: er is maar 1 partij die het voordeel haalt, zonder tegenprestatie en uit vrijgevigheid bv: schenking
  • kanscontracten: 1 van de partijen zal wellicht het voordeel halen, maar het is nog niet zeker wie precies bv: verzerkeringscontract: a. feit waarvoor men is verzekerd doet zich wel voor (voordeel verzekerde) b. feit waarvoor men verzekerd is doet zich niet voor (voordeel verzekeraar)
  • verbintenissen intuitu personae:
    • de identiteit van een bepaalde persoon is belangrijk voor het sluiten van de overeenkomst
    • wanneer die persoon zijn prestaties niet vervult komt de overeenkomst tot een einde
    • bv: arbeidsovereenkomst, bv: jij hebt verbintenis met David Guetta dat hij naar de fuif komt, hij moet dan ook echt komen
  • verbintenissen intuitu pecuniae: het belang ligt bij de prestatie, niet bij de persoon
    • bv: jij hebt een DJ geregeld voor je fuif, het maakt niet uit welke DJ, als er maar eentje komt optreden

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen