Arbeiders vs bedienden
- Gepubliceerd in Wetgeving
Het onderscheid tussen arbeiders en bedienden zou het komend jaar gaan verdwijnen. Dit omwille van de onredelijke en enorme verschillen die er bestaan tussen de twee.
Het onderscheid tussen arbeiders en bedienden zou het komend jaar gaan verdwijnen. Dit omwille van de onredelijke en enorme verschillen die er bestaan tussen de twee.
Er is geen tijdslimiet, wat betekent dat de partijen de AO op elk ogenblik kunnen en mogen beëindigen. Er is hierbij wel een opzegvergoeding verplicht. Deze vorm van AO biedt een grotere bescherming.
2. Bepaalde tijd
Hier is de duur van de overeenkomst vastgelegd en wordt de AO automatisch beëindigd op de vervaldag. Wanneer er 3x na elkaar een AO van bepaalde duur wordt afgesloten, wordt er overgegaan tot een AO van onbepaalde duur
De Arbeidsovereenkomst
Normaal gezien is er een evenwicht tussen werkgever en werknemer, waarbij de werkgever gezag uitoefent op de WN, de WN arbeid biedt aan de WG en de WG vervolgens loon biedt aan de WN. Dit gezag is een belangrijk criterium voor het onderscheid te maken tusse WN en zelfstandigen.
schijnzelfstandigheid
= personen die in theorie de statuut hebben van zelfstandige terwijl ze in de werkelijkheid arbeid verrichten onder een AO als werknemer. Dit wordt gedaan vanwege de voordelen die er zijn met het werken onder een AO. Een zelfstandige moet alles voor eigen risico nemen
criteria voor kwalificatie arbeidsrelatie
Soorten arbeidsovereenkomsten
Er wordt een onderscheid gemaakt naargelang de:
Studenten hebben geen verschillend AO maar wel een aantal verschillende voorwaarden:
Collectief overleg en sociale partners
= totstandkoming van sociaalrechtelijke regels. Dit wordt gedaan door de sociale partners, waarbij onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers worden vastgelegd in contracten en collectieve arbeidsovereenkomsten
wie?
1. Vakbonden=werknemersorganisaties
ABVV: Algemeen Belgisch Vakverbond
ACV: Algemeen Christelijk Vakverbond
ACLVB: Algemeen Christelijk-Liberaal Vakverbond België
- vakbonden zijn feitelijke verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid. Doordat ze geen rechtspersoonlijkheid hebben is er ook geen verplichting tot publicatie van de jaarrekening wat lichtjes nadelig kan zijn omdat je op die manier niet naar het kapitaal kan kijken. De vakbonden betalen uitkeringen als er wordt gestaakt en kapitaal draagt natuurlijk rechtstreeks bij tot de hoogte van deze vergoeding.
2. Werkgeversorganisaties
Unizo: Unie Zelfstandige Ondernemers
VBO: Vlaamse Bond van Ondernemers
VOKA: Vlaamse Kamer van Koophandel + Vlaamse Economisch Verbond
internationaal niveau
De VN heeft een organisatie, namelijk de IAO: Internationale Arbeidsorganisatie.
Ook op EU vlak worden enkele zaken vastgelegd dmv:
Sociaal overleg: nationaal
interprofessioneel niveau
1. Een groep van 10 stelt het IPA op: interprofessioneel akkoord. Tweejaarlijks worden deze overleggen gehouden tussen de staat en sociale gesprekspartners. Inhoud: arbeids- en loonvoorwaarden
2. De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen geeft hierbij advies betreffende de aangelegenheden met sociaal-economische dimensies
3. NAR: Nationale Arbeids Overeenkomst
Deze wordt opgesteld door publiekrechtelijke instellingen. Het is een paritair orgaan waarbij het aantal vertegenwoordigers van de WN’s gelijk is aan die van de WG’s. Dit orgaan geeft advies en doet voorstellen aan de regering betreffende vraagstukken met sociale implicaties, die alle werknemers aangaan.
professioneel: sectoraal niveau
1. Bedrijfstakken: ondernemingen met gelijkaardige activiteiten worden gegroepeerd en hebben een aangepaste regelgeving
2. Paritaire comités: zijn representatief voor de sectors. Vertegenwoordigers vd WG’s en WN’s ontmoeten elkaar om gemeenschappelijke problemen te bespreken, waarbij ook weer cao’s worden afgesloten en het doel is om sociale conflicten te voorkomen en onderhandelen
professioneel: ondernemingsniveau
1. Ondernemingsraad: is een paritair orgaan dat maandelijks samenkomt om te overleggen en samen te werken inzake arbeidszaken. Een OR is verplicht bij een onderneming die meer dan 50 werknemers telt. Ze geeft advies over beroepsopleiding, personeelsaangelegenheden en organisatie van het werk. Ze maken eveneens beslissingen over jaarlijks verlof.
2. Comité voor Preventie en Bescherming op het werk: geeft advies inzake veiligheid en gezondheid van mensen op de werkvloer.
Beide leden van (1) en (2) hebben bijzondere ontslagbescherming, waarbij een ontslagverbod geldt, tenzij er dringende redenen zijn.
3. Vakbondsafvaardiging: dit orgaan vertegenwoordigt de belangen van de WN’s bij de WG. Ze worden verkozen voor 4 jaar. Zij hebben eveneens een bijzondere ontslagbescherming
CAO
= akkoord tussen 1 of meer werknemersogranisaties met 1 of meer werkgevers(organisaties)
Het is een regelment waarbij de rechten en plichten van de contracterende partijen in worden opgenoemd. Is het echter een contract of een reglement? Het is eerder een reglement omdat het ook kan gelden voor derden (waardoor het geen overeenkomst is)
1. Normatief deel:
De bepalingen gelden binnen het bedrijfsmilieu als normen voor de WG en voor de WN. De cao heeft een bijzonder sterke bindende kracht (ontstaan, bestaan, duur ve AO, vakantie, arbeidsduur, veiligheidsnormen)
2. Obligatoir deel:
De bepalingen die de onderlinge rechten en plichten van de contracterende partijen (geldigheidsduur van de cao, sociale vredeplicht, sancties, ..)
soorten
1. OndernemingsCAO: gesloten tussen 1 of meer representatieve WN organisaties met 1 of meer WG
2. Sectorale CAO: gesloten in een paritair comité. Moet worden bekend gemaakt in het BS en is bindend 15 dagen na de publicatie voor alle WG’s onder die PC
3. Intersectorale, nationale CAO: gesloten in de nationale arbeidsraad. Deze bindt verschillende bedrijfstakken in heel België. Bekend making idem aan sectorale cao
Binding: wie is er gebonden door een cao?
conflicten
tussen WN en WN
Als WN’s besluiten om te staken kan het dat er ook steeds een groep WN’s zijn die echter wel willen werken. Wanneer de stakende de toegang echter belemmeren tot de werkvloer kunnen zij niet anders dan niet werken. De WG mag steeds reageren door een lock-out, waarbij hij de WN’s de toegang verbied
staken
Staker: geen arbeid=geen loon. Wanneer de staking is erkend door de vakbond wordt hij vergoed door de stakingskas van de vakbond. Indien de staking niet is goedgekeurd noemt men dit een wilde staking en wordt deze niet vergoed.
Werkwillige WN: doordat de WG de werkwillige WN niet tewerk kan stellen is er een tijdelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst. Als de werkwillige kan bewijzen dat de belemmering om te wreken buiten zijn wil om was heeft hij recht op het gewaarborgd loon.
langdurige staking
Bij een langdurige staking zal een sociaalbemiddelaar ertussen komen. Hier wordt dan bestudeerd of het staken rechtmatig is. Iedereen heeft recht op staken, maar er moet wel een evenwicht zijn. Als het echt onmogelijk kan de WG naar de rechter gaan en kan er een bevel tot uitdrijving worden gevoerd.
Sociaal recht is een hele gemende rechtstak. Het is zowel privaatrechtelijk (overeenkomsten tussen WG en WN) als publiekrechtelijk (verhoudingen overheid/uiterkeringsgerechtigde).
Onder het arbeidsrecht kan dan nog een onderscheid worden gemaakt tussen collectief arbeidsrecht en individueel arbeidsrecht
opsporingsonderzoek: hoe wordt een misdrijf opgespoord?
a. via traditionele politiediensten: ze proberen misdrijven te voorkomen, de openbare rust en veiligheid te bewaren (preventief optreden)
b. gerechtelijke politie: opsporen en vaststellen van misdrijven. Zij treden repressief op, wat wilt zeggen dat zij niet degene zijn die parkeerboetes uitgeven maar dus verschillende functies hebben:
c. Proces- verbaal
De gerechtelijke politie heeft hierbij een informatieplicht. De officiële akte die bevoegde overheden de toestemming strekt tot het bewijs van een misdrijf te zoeken zorgt ervoor dat er uitzonderingen zijn in verband met vaststelling van bepaalde feiten, verklaringen van personen+ eventuele gedane opsporingen.
d. Verdachten en getuigen
Mogen worden verhoord om inlichting over de betrokken feiten in te winnen. Er is wel een wetgeving die een minimale waarborg biedt, namelijk de Salduz-wetgeving: elk een die als verdachte verhoord wordt met de kans om vervolgd te worden heeft het recht op bijstand van een advocaat
e. Huiszoeking
f. Fouilleren
Idem als doorzoeken van een voertuig
g. Bijzondere inbreken op privacy
h. Betrapping op heterdaad
=ontdekken van het misdrijf terwijl het gepleegd wordt
Er mogen bijzondere bevoegdheden worden uitgeoefend onder leiding van de Procureur des Konings opdat er geen bewijs verloren zou gaan (bv: als je iemand betrapt en hij heeft zijn ID niet bij mag je hem verzoeken naar zijn huis te gaan en ID te halen. Dit geldt dan nogsteeds als heterdaad)
na het opsporingsonderzoek
3. Het gerechtelijk onderzoek (vonnisfase)
De onderzoeksrechter gaat hierbij alles ondezoeken. De handelingen om daders op te sporen en bewijzen te verzamelen zijn reeds gepaseerd. De onderzoeksrechter is onafhankelikj en onpartijdig.
vordering G.O
aanvraag door OM en/of door de burgerlijke partijstelling van iemand die beweert benadeeld te zijn door de misdaad/wanbedrijf (met als doel om schade te herstellen)
de onderzoeksrechter
1. Heeft principiële onderzoeksverplichting
2. Heeft de volledige leiding over het onderzoek, kan beroep doen op politiediensten
kenmerken
onderzoeksmethode
voorlopige hechtenis
volgens de rechten van de mens heeft een ieder recht op persoonlijke vrijheid. Toch is er de mogelijkheid tot vrijheidsberoving. Hier zijn hele strenge regels omtrent want: iedereen is onschuldig, tenzij schuldig verklaard door een definitieve rechterlijke uitspraak. De enige reden dat een onschuldig iemand van zijn vrijheid dus mag worden beroofd is indien het OM er maatschappelijke noodzaak in ziet. Voorlopige hechtnis gebeurt in 3 fasen:
1. Aanhouding en arrestatie:
2. Bevel tot medebrenging
3. Bevel tot aanhouding
vereisten van voorlopige hechtenis
Er wordt is steeds 5 dagen vrijheidsberoving. Na deze 5 dagen beslist de Raadkamer of er langere aanhouding noodzakelijk is. Hierbij moet verplicht ook een advocaat aanwezig zijn.
algemeen
De duur moet steeds van redelijke termijn zijn, maar er zijn gevallen waarin het heel erg lang duurt (vooral in Amerika). Bij onrechtmatige vrijheidsberoving kan de betrokkene om een schadevergoeding vragen.
Voorlopige hechtenis is altijd de ultimum remedium. Het is de laatst gewenste stap (hiervoor: contactverbod, plaatsverbod, aanmeldingsplicht, …)
4. Na het gerechtelijk onderzoek
De Raadkamer treedt hierbij op vooralleer iemand naar de correctionele RB wordt gestuurd. Deze treedt op als onafhankelijke, onpartijdige rechtsinstantie die gaat oordelen of de betrokkene wel echt een voldoende zware straf heeft gepleegd om naar de RB te gaan. Dit wordt gedaan omdat de correctionele RB een hele sterke connotatie heeft, en veel zou kunnen uitmaken voor de toekomst van de betrokkene.
Mogelijkheden:
1. Strafprocedure en openbaar ministerie
wat
Bij overtreden van de strafwet of een inbreuk van maatschappelijke orde wordt er een strafvordering ingediend.
wie
De OM mogen deze indienen omdat de samenleving vertegenwoordigen.
taak
toepassing van de strafwet vorderen: samenstelling strafdossier, waken dat strafrechtsplegingen goed worden uitgevoerd, waken dat door de rechter uitgesproken straffen worden uitgevoer
Strafproces houdt altijd 2 fasen in: onderzoeksfase en vonnisfase
2. Opsporingsonderzoek (fase1: onderzoek)
aanvang: hoe krijgt OM kennis van een misdrijf?
a. klacht: een persoon die beweert benadeeld te zijn door een misdrijf doet aangifte, wat niet duidt op automatische vervolging
b. aangifte: wanneer de overheid, openbaar officier of ambtenaar in uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdrijf is hij verplicht om deze te melden aan de Procureur des Konings
c. vaststelling door politiediensten
- Een misdrijf kan enkel uigevoerd worden als het effectief is uitgevoerd, door de wet omschreven is en een straf kent, wat belangrijk is voor de bescherming door algemene principes van het strafrecht.
- Een moeilijkheid wordt ook ondervonden met minderjarigen. Vanaf welk moment is iemand nu schuldig? Minderjarigen worden nogsteeds deels aan het strafrecht onttrokken en kunnen niet voor de strafRB komen maar komen bij de jeugdRB terecht. In uitzonderlijke gevallen kunnen 16-18 jarigen uithanden worden gegeven en toch wel bij de strafRB vervoordeeld worden.
- Indeling van misdrijven:
a. volgens aard
Bij deze 3 zijn er verschillende regels van toepassing (opzet, deelneming, poging, verzachtende omstandigheden, duur van verjaring)
b. volgens moreel element
Opzet is een onderscheidend criterium en wanneer er bewijs kan worden aangetoond van onopzettelijkheid kan er een strafvermindering in treding werken bv.
c. volgens uitvoeringswijze
Rechtsvaardigingsgronden
Wettige verdediging en noodtoestand:
Dit is geldig voor bescherming van personen en niet van goederen. De gedragingen worden niet opgeheven, enkel de schuld kan worden opgeheven. Er kan besloten worden over te gaan tot:
Een noodtoestand is wanneer er een overtreden wordt gepleegd vanwege een hoger doel (bv: ambulance dat door rood rijdt).
Heel belangrijk is ook dat de afweringsdaad ongeblikkelijk noodzakelijk zijn: als je niks had gedaan was het fout gegaan. Als je wordt beroofd, de dader loopt weg, jij loopt achter hem aan en schiet hem neer is het geen wettige verdediging, omdat je op dat ogenblik de politie al had kunnen bellen.
Strafbare poging en deelneming
Poging:
bv: je begint te denken hoe je examen vragen kan krijgen en je begint het te proberen te kraken. Ben je strafbaar?
Deelneming:
bv: je plant met een groep een overval. Jij bent de chauffeur, een ander heeft materiaal gekocht en de 3e breekt in. Ben jij ook vervolgbaar wegens diefstal?
bv: je spreekt af met 5 om een bankoverval te plegen maar je spreekt af om geen geweld erbij te gebruiken. Als 1 toch de bankbediende doodschit wordt ook iedereen vervolgd voor doodslag.
Het legaliteitsbeginsel: nulla poena sine lege
Het strafrecht is een absoluut recht waardoor:
1. Zeer strikte interpretatie van de strafwet moet worden aangenomen:
2. Niet-retroactieve werking
3. Ne bis in idem
Toepassing van de strafwet
1. Territorialiteitsbeginsel: elke misdaad in België wordt in België vervolgd. Dit geldt:
2. Plaats van het misdrijf
Het is niet altijd makelijk te bepalen waar een misdrijf precies plaats heeft gevonden:
bv: een man staat met een revolver op Nederlands grondgebied, schiet zijn vrouw neer op Belgisch grondgebied en zij overlijdt in een Duits ziekenhuis (dit is echt mogelijk op het 3 landen punt)
Internationaal gezien zijn er echter nog geen of weinig regels hier over. Er is daarom nood aan internationale coördinatie wat er wel enigszins al is gekomen. Dit zorgt soms voor nog meer conflicten. Er zijn 4 gronden waarop België mag optreden bij een straffelijke feit in het buitenland:
Materieel strafrecht en strafprocesrecht
Materieel strafrecht: geheel van rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar worden gesteld en gesanctioneerd kunnen worden
Strafprocesrecht: dit zijn de procedurele regels waar de overheid aan moet gehoorzamen.
Politieke dimensie van strafrecht
Heel belangrijk is dat enkel en alleen de wetgever mag bepalen welke gedragingen strafbaar zijn (tegenwoordig is er ook wel een licht scheiding der machten vanwege de GAS-boetes waardoor de ambtenaren ook zeggenschap krijgen). Daarboven op is het heel erg belangrijk dat wanneer iets niet in het strafrecht staat, het ook absoluut niet strafbaar is!
Strafrecht is een weerspiegeling van moreel bewustzijn en rechtsbewustzijn van de bevolking: