Contingentiefactoren zijn typische kenmerken van de externe omgeving of van de organisatie zelf. Vooral de contingentiebenadering besteedt veel aandacht aan de identiteit en impact hiervan.
 
   CONTINGENTIEFACTOR  |  IMPACT  |  
  EXTERNE OMGEVING  |      |  
  Dynamiek van de externe omgeving  |  Departementalisatie:  - ·In een dynamische of veranderlijke omgeving kiezen organisaties voor een divisionele of multifunctionele departementalisatie
   Coördinatie:  - ·In een dynamische omgeving kiezen ze voor verbindingsrollen, tijdelijke werkeenheden en buffers
  - ·In een stabiele omgeving kiezen ze voor regels, procedures en directe supervisie
   (De)centralisatie van de formele macht:  - ·In een dynamische omgeving kiezen ze voor decentralisatie
  - ·In een stabiele omgeving kiezen ze voor centralisatie
   Span of control:  - ·In een dynamische omgeving kiezen ze voor een grote span of control en dus een platte organisatie
  - ·In een stabiele omgeving kiezen ze voor een kleine span of control en dus een steile organisatie
     |  
  Voorspelbaarheid van de externe omgeving  |  Coördinatie:  - ·In een onzekere omgeving kiezen ze voor tijdelijke werkeenheden en buffers
  - ·In een zekere en voorspelbare omgeving kiezen ze voor regels en directe supervisie
   (De)centralisatie van de formele macht:  - ·In een onzekere omgeving kiezen ze voor een decentralisatie (delegatie)
  - ·In een zekere omgeving kiezen ze voor een centralisatie
     |  
  Vijandigheid van de externe omgeving (de mate van concurrentie, crisissituaties)  |  (De)centralisatie van de formele macht:  - ·In vijandige en levensbedreigende omstandigheden kiezen ze voor centralisatie (vb. crisismanager)
     |  
  Maatschappelijke cultuur  |  (De)centralisatie van de formele macht:  - ·In culturen met een grote machtsafstand kiezen ze voor centralisatie
  - ·In culturen met een kleine machtsafstand kiezen ze voor decentralisatie
     |  
  KENMERKEN VAN DE ORGANISATIE  |      |  
  Omvang van de organisatie (het aantal werknemers/omzet)  |  Coördinatie:  - ·In kleine organisatie kiezen ze eerder voor wederzijdse afstemming en directe supervisie
   (De)centralisatie van de formele macht:  - ·In grote organisaties kiezen ze voor decentralisatie
     |  
  Technologie  |  Coördinatie:  - ·Routinetechnologie leidt tot het gebruik van regels en procedures
  - ·Niet-routinetechnologie leidt tot het niet gebruiken van regels en procedures
   (De)centralisatie van de formele macht:  - ·Bij routinetechnologie kiezen ze voor centralisatie
  - ·Bij niet-routinetechnologie kiezen ze voor decentralisatie
   Span of control:  - ·Bij niet-routinetechnologie kiezen ze voor een grote span of control en dus een platte organisatie
     |  
  Type werknemer  |  (De)centralisatie van de formele macht:  - ·Indien de medewerkers een hoogopleidingsniveau hebben, kiezen ze voor decentralisatie (empowerment)
     |