Menu

Theodor Adorno

·Volgens Adorno was maatschappelijke vooruitgang niet het gevolg van:

–het project van verlichting, de hoop om met behulp van de rede, de wetenschap en de technologie het lot van de mensheid te verbeteren: de rede is gereduceerd tot een instrumentalistische denkwijze (opvatting dat het doel de middelen heiligt); menselijke belangen zijn ondergeschikt geraakt aan economische overwegingen.

–het geloof van Marx in het proletariaat: de gebeurtenissen in Hitler-Duitsland en de Sovjet- Unie onder Stalin toonden aan dat het proletariaat niet in staat was zijn eigen belangen te herkennen.

·De enige hoop op vooruitgang schuilde volgens hem in conservatieve, elitaire ideeën ontleend aan de romantiek en het Bildungs-ideaal. Adorno wees op de cultuurindustrie. Hij was veel pessimistischer dan Benjamin over het vermogen van moderne technologie om het bewustzijn wakker te schudden. Door de herhaling van het bekende (bijvoorbeeld in de jazz: de herhaling van bekende thema’s) en de gedachteloze nadruk op amusement wordt het publiek juist verdoofd, de bestaande orde bevestigd en de misstanden ervan verdoezeld (= systeembevestiging, één van de ergste marxistische scheldwoorden). Kunst mocht niet populair, maar moest elitair, met andere woorden: serieus, ingewikkeld, complex, diep en dissonant zijn om de aandacht voor maatschappelijke tegenstellingen te wekken. Voorbeeld: 12-toons muziek van Schönberg: dissonantie verontrust de luisteraar; alle tonen hebben een gelijke waarde, er is geen dominante toon.

·Adorno’s opvatting is een ongemakkelijke combinatie van conservatieve en progressieve ideeën: in het belang van maatschappelijke vooruitgang moet kunst elitair, moeilijk, diep, uniek enzovoorts zijn.

·‘Positivismusstreit’ met Popper: volgens Adorno was het niet alleen de taak van de sociale wetenschap om theoretische uitspraken, maar ook om de maatschappelijke werkelijkheid te bekritiseren en een radicaal alternatief te presenteren.

·Adorno negeerde de rol die pop(ulaire!)muziek speelde bij de opkomst van de protestbeweging in de zestiger jaren.

Lees meer...

Walter Benjamin

·Benjamin verzette zich tegen het vulgair marxistisch standpunt dat kunst (de bovenbouw) niet meer dan een legitimatie is van de heersende productieverhoudingen. Kunst kan ook tot bewustwording, opheffing van maatschappelijke tegenstellingen en emancipatie leiden.

·In zijn werk Het kunstwerk in het tijdperk van zijn mechanische reproduceerbaarheid beschrijft hij hoe moderne reproductietechnieken het aura van het kunstwerk – d.w.z. het unieke en eenmalige ervan, de idee van ‘l’art pour l’art’ – hebben vernietigd.

·Dit is volgens Benjamin niet erg: 1) de romantische nadruk op het unieke en het eenmalige heeft het proletariaat vatbaar gemaakt voor het fascisme (bijvoorbeeld de nadruk op de unieke volksziel; de esthetisering van geweld); 2) verschillende reproductietechnieken zoals versnellen, vertragen, montage tonen aan dat de werkelijkheid niet vanzelfsprekend is: het kan ook anders – dit besef kan leiden tot schokeffecten die het proletariaat kritisch ten opzichte van de maatschappelijke werkelijkheid kan maken.

Lees meer...

Karl Marx

·Volgens Marx was de leefwereld van de mens niet het product van de geest, maar van menselijke arbeid. Tegenstellingen ontstonden omdat degenen die arbeid verrichtten (subjectieve arbeid) niet over de middelen en producten van arbeid (objectieve arbeid) beschikten. Marx ontwierp een dialectisch model waarbij maatschappelijke tegenstellingen tussen de arbeidende klasse en de bezittende klasse opgelost werden. Voorbeeld van dialectisch materialisme.

·In de antieke productieverhoudingen hadden degenen die arbeid verrichten (slaven) geen enkele zeggenschap over zichzelf, hun arbeid of de producten ervan. In de feodale productieverhoudingen hadden degenen die arbeid verrichtten (horigen) beschikking over hun lichaam. De bezittende klasse (aristocratie) had beschikking over de arbeid van de horigen en de producten ervan. In de kapitalistische productieverhoudingen hebben degenen die arbeid verrichten (proletariaat) beschikking over hun lichaam en hun arbeid die zij verhuren. De bezittende klasse (bourgeoisie) beschikt over de producten van de arbeid van het proletariaat. In de socialistische productieverhoudingen zullen degenen die arbeid verrichten zeggenschap hebben over zichzelf, hun arbeid en de producten ervan. Er zal een eind aan klassentegenstellingen en aan de geschiedenis komen.

·De wereld van de geest (de bovenbouw: eigen ideeën en ook de culturele, juridische, ideologische aspecten van een samenleving) was een weerspiegeling van de productieverhoudingen (onderbouw). De bezittende klasse formuleerde ideeën om uitbuiting te rechtvaardigen, de uitgebuite klasse om haar lijden te rationaliseren.

·De materialistische theorie van Marx leidde tot problemen: er vond na de revolutie in Rusland geen algemene socialistische revolutie van alle arbeiders plaats; integendeel: het fascisme kwam op. Er werd naar oplossingen voor dit probleem gezocht in versterkte nadruk op de rol van het bewustzijn ten opzichte van de economische omstandigheden.

Lees meer...

Georg Wilhelm Friedich Hegel

·Kritische theorieën vinden hun oorsprong in het werk van Hegel.

·Hegel ging ervan uit dat de werkelijkheid het product van ‘geest’ was, maar dat de geest zich aanvankelijk niet overal in de werkelijkheid herkende; de werkelijkheid is doortrokken van tegenstellingen tussen vormen van bewustzijn (subjectieve geest) en vormen van vervreemd bewustzijn (objectieve geest)

·Hegel ontwierp een dialectisch model volgens welke zulke tegenstellingen in de tijd werden opgelost. De geest in één van haar subjectieve gedaanten (these) herkent zichzelf aanvankelijk niet in haar objectieve gedaanten (antithese). Die worden als vreemd en beperkend ervaren. Soms herkennen concrete gedaanten van de geest elkaar als product van dezelfde geest.

Tegenstellingen worden ‘Aufgehoben’ (in de drie betekenissen van bewaren, ontbinden en optillen) tot een nieuw en vrijer bewustzijn (synthese). In de loop van de geschiedenis zullen steeds meer concrete gedaanten van de geest elkaar als product van dezelfde geest herkennen. Schematisch: ik – ander > gezin; gezin – ander gezin > sociale klasse; klasse – andere klasse

> samenleving; samenleving – absolute vorst > constitutionele monarchie; natie – andere natie > mensheid; mensheid – God > Absolute Geist.

·Op het hoogste niveau is de geest bevrijd uit de vervreemding in haar objectieve gedaanten. ·Hegels theorie is een voorbeeld van dialectisch idealisme. Het doel van de geschiedenis is bevrijding van het bewustzijn.

Lees meer...

Het structure-agency debat

·Subjectivisten (hermeneutici) geven verklaringen van de leefwereld van de mens in termen van vrije wil en vanuit een deelnemersperspectief; zij zoeken naar subjectieve betekenis; dit betekent dat de leefwereld van de mens verscheiden en veranderlijk, maar onbegrijpelijk is. Leidt in extreme gevallen tot relativisme: iedereen in zijn waarde laten, geen ruimte voor kritiek.

·Objectivisten (positivisten, structuralisten) geven verklaringen van de leefwereld van de mens in termen van externe dwang en vanuit een waarnemersperspectief; zij zoeken naar objectieve gegevenheden (structuren); dit betekent dat de leefwereld van de mens begrijpelijk, maar eenvormig en onveranderlijk is. Leidt in extreme gevallen tot fatalisme: de werkelijkheid is zoals die is door externe dwang en kan niet worden veranderd.

·Kritische theorieën willen de voordelen van subjectivisme en objectivisme combineren. Hierachter gaat een politiek programma schuil: zij willen objectieve kritiek kunnen leveren op maatschappelijke misstanden en werken aan verandering van die misstanden.

·Kenmerken van kritische theorieën:

–kritische theorieën gaan ervan uit dat de maatschappelijke werkelijkheid niet statisch is, maar dynamisch: zij plaatsen maatschappelijke verschijnselen in een historisch perspectief.

–zij wijzen maatschappelijke tegenstellingen aan en presenteren een toekomstvisie waarin die tegenstellingen opgelost zijn; zij zijn normatief.

–zij gaan ervan uit dat maatschappelijke tegenstellingen door een bewustwordingsproces (reflectie) zullen worden opgelost; zij hebben een emancipatoir streven.

Lees meer...

Problemen van een structuralistische benadering

1. Als van de bedoeling van de auteur wordt geabstraheerd, verdwijnt de notie van ‘de’ betekenis van een tekst.

2. Als een tekst niet één betekenis heeft, lijkt het aantal mogelijke betekenissen onbeperkt. Valt er een onderscheid te maken tussen een goede en een foute structuralistische analyse? Volgens Barthes zijn de culturele betekenissen die door een tekst kunnen worden uitgedrukt oneindig. Een structurele analyse is evenmin als een hermeneutische ooit af.

3. Structuralisten reduceren het menselijke handelen tot een bijverschijnsel van objectieve structuren. Maar ook hier speelt het probleem van de dubbele hermeneutiek. De structuren die op een gegeven moment het handelen sturen, zijn ooit zelf het product geweest van bewuste intenties. Bijvoorbeeld: de autoriteiten die de zelfmoordcijfers opstelden waarop Durkheim zijn onderzoek baseerde, zullen de opofferingsgezindheid van een soldaat hebben opgevat als een heldendaad, niet als een poging tot zelfdoding. We ontkomen niet aan een hermeneutische beschouwing.

4. Waar blijft de vrijheid van de mens als zijn handelen door structuren wordt bepaald (structure-agency debat)?

5. Als culturele en andere verschijnselen als product van onderliggende structuren worden opgevat, hoe moeten we dan het ontstaan en de historische verandering van structuren verklaren?

Lees meer...

Algemene opmerkingen over structuralisme

1. Vergelijking met Kant. Kant maakte geen onderscheid tussen natuurwetenschappelijke en geesteswetenschappelijke kennis. Alle kennis was mogelijk door de zuivere vormen en categorieën in de geest (het transcendentale subject). Voor structuralisten was de vraag hoe natuurwetenschappelijke kennis mogelijk was vanwege hun positivistisch uitgangspunt niet problematisch. Zij deelden enerzijds met de klassieke empiristen het standpunt dat natuurwetenschappelijk kennis van de werkelijkheid mogelijk was op grond van empirische waarneming. Zij zochten anderzijds voor subjectieve, niet-wetenschappelijke kennis wel naar dieperliggende structuren. Dit waren geen transcendentale structuren (Kant) of structuren die de geest had gemaakt (neokantianen), maar empirische structuren, sociale gegevenheden. Wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke vormen van denken worden zo asymmetrisch behandeld. Onder invloed van het werk van Kuhn zou getracht worden om ook wetenschappelijke vormen van denken vanuit sociale structuren te verklaren.

2. Structuralistische benaderingen kunnen worden opgevat als voorbeelden van een paradigma in de zin van Kuhn. Zij creëren een eigen onderwerp van onderzoek, een eigen ontologie (sociale feiten, ‘langue’, tekensystemen).

3. Structuralistische benaderingen waarbij de betekenis afgeleid wordt uit het geheel van een structuur en niet aan de werkelijkheid zijn verwant aan het betekenisholisme van Duhem, Quine en Kuhn.

Lees meer...

Semiotiek

·De benadering van Saussure was zeer vruchtbaar. Opkomst van een algemene tekenleer (semiologie, semiotiek) Veel aspecten van het dagelijks leven (niet alleen van hoge kunst, maar ook van films, reclame enzovoorts) worden opgevat als uitdrukking van tekensystemen, van onderliggende structuren, van culturele conventies.

·Roland Barthes: je moet een tekst niet lezen als een product van een auteur met bedoelingen, maar als uitdrukking van een onbewust systeem van culturele conventies. Het teken in figuur 1 kan op één niveau staan voor ‘eikenboom’ en op een hoger niveau voor standvastigheid, kracht, traditie enzovoorts.

·De semiotiek breekt met het ‘Verstehen’ als methode, met de humanistische gedachte dat de mens oorsprong van betekenis is: leidt tot slogans als ‘de dood van het subject’, ‘de dood van de auteur’.

·De analyse van culturele conventies waarvan men niet bewust is, kan een maatschappijkritische of ontmaskerende functie hebben. Zo’n analyse wijst op onbewuste vooroordelen (mythologieën: stereotypen die bepaalde culturele gegevens voorstelt als natuurlijk).

Lees meer...

sociale feiten

·Sociale feiten zijn waarneembare gegevens over de mens die niet het resultaat zijn van fysieke en biologische processen, maar ook niet van bewuste, individuele daden. ·Kenmerken van sociale feiten:

–ze zijn extern aan het individu. Hun betekenis wordt niet door de motieven, intenties of beslissingen van een individu, maar door de samenleving, door conventie, bepaald. Volgens

Durkheim is er geen sprake van hypostasering: sociale feiten bestaan buiten elk individu afzonderlijk, niet buiten alle individuen gezamenlijk.

–ze hebben een zeker dwingend vermogen over het individu. Er staan sancties op het negeren van sociale feiten.

·Institutie is een ander woord voor een sociaal feit. Het geld, de taal, een godsdienst zijn voorbeelden van sociale feiten.

·Voorbeelden van Durkheims structuralisme:

–zelfmoord is niet het resultaat van een individuele beslissing; het zelfmoordcijfer blijkt afhankelijk te zijn van twee sociale variabelen (van sociale krachten): de mate van individuele integratie (tussen egoïsme en altruïsme) en de mate van sociale integratie (tussen fatalisme en anomie).

–de sociale functie van godsdienst bestaat niet uit het verzorgen van het heil van het individu, maar uit het handhaven van de sociale orde (studie naar de sociale orde en de godsdienst van de Australische aboriginals: de aanbidding van totemdieren reflecteert de onderscheiding van de clans die ermee verbonden zijn).

·In overeenstemming met de hermeneutici ging Durkheim ervan uit dat de maatschappij een realiteit sui generis, een eigensoortige realiteit, was, maar in tegenstelling tot de hermeneutici ging hij ervan uit dat de maatschappij een realiteit was die op een objectieve manier bestudeerd moest worden.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen